het geheel zijn er voor de 2 maxima 4 van die gekoppelde
wagens. Nu we toch enkele cijfers geven, volge hier de volle
dige samenstelling van een Regiment Cavalerie, t. w. 25 officie
ren, 526 minderen, 505 rij-, 74 trek- en 7 pakpaarden. De trein
bestaat uit 1 malteser kar voor medische uitrusting, 1 water-
kar, 6 wagens van den alg. dienst voor bagage, voorraden en
aanvullingen, 1 pakpaard voor den veterinairen dienst en
voorts per eskadron 2 gekoppelde wagens voor munitie klein
kaliber-geweer, gereedschappen en optische seinuitrusting en
2 pakpaarden. De uitrusting v/d maxim-sectie is reeds genoemd.
3 Regimenten vormen eene Cavalerie Brigade, onder
een Brigadier General met een staf, bestaande uit een Aide-
de- camp, een Brigade-major, een Stafkapitein en een officier
voor den kondschapsdienst. De beide eerste namen zijn niet
vertaald, omdat we daarvoor alleen omschrijvende titels kunnen
geven; bij de betrekking van Signalling-officer wil ik even
stilstaan. „Signalling service" is het beste weer te geven door
kondschapsdienst in den meest uitgebreiden zin. Tijdens de
manoeuvres was een afdeeling of sectie van dien dienst toe
gevoegd aan den Leider en ondergebracht in het Hoofdkwar
tier. De chef was een kapitein van den Gen. Staf, bijgestaan
door een paar luitenants.
Bij hem komen alle telegraaf- en telefoonlijnen samen, alles
wat betrekking heeft op veldpost, ordonnansendienst, motor
berichtrijders e. d. heeft hier mede te maken. Het was het
orgaan waardoor de Leider in verbinding stond met de partij
commandanten, hoofdscheidsrechters enz. Behalve bij de ge
wone Morse toestellen, zat aan het schakelbord steeds een
man om de berichten op te schrijven, terwijl in een andere
kamer op een groote tafel de kaart was uitgespreid, met tal
van spelden en gekleurde vlaggetjes, aangevende de juiste
plaatsen van de eenheden, voorzoover bekend. Deze officier
had overdag weinig te doen, maar in den namiddag begon
het lieve leven, en moest er hard gewerkt worden, soms tot
diep in den nacht. Nu is deze dienst niets bijzonders, hetzelfde
werk wordt in andere legers natuurlijk ook gedaan, doch hier
was de sectie uitgeschakeld uit het Gen. Staf verband en
zelfstandig gemaakt, eene afwijkende organisatie dus, bijv. in
506
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT