deeld over de Britsche eilanden en Zuid-Afrika. De hoefsme den behooren tot dezen dienst. Dan de Militaire Politie (bereden en te voet), iets als de Ned. Marechausseé, de militaire onderwijzers, voor het onderwijs in het Leger, met eigen inspecteurs die officiers rangen hebben, en eindelijk de mariniers, vormende 3 in fanterie- en 1 artilleriedivisie, totaal 20.000 man sterk. De Kon. Lichte Marine-Infanterie wordt speciaal geoefend in het verrichten van landingen en heeft een ze kere vermaardheid. Hiermede stappen we van het staande Leger af. In de eerste plaats volgt nu de Reserve. De duur van den Reserve-tijd is in het staatje vermeld. Er zijn 3 klassen, af hankelijk van de dienstvoorwaarden. De le. klasse telt hoogstens 6000 man en krijgt f 0.60 per dag, de 2e. f 0.30, de 3e. f 0.20. Men kan jaarlijks voor 12 dagen of voor 20 oefeningen worden opgeroepen en natuurlijk bij nationaal gevaar op last van den koning, gehoord het Parlement. Deze reserves zijn de eerste aanvulling om de eenheden op oorlogssterkte te brengen. Als 2e. linie volgen de B ij z o n- dere Reserve, die nooit gediend hebben, zich voor 6 ja ren verbinden, dienst in en buiten het Koninkrijk en zich mogen reëngageeren voor 4 jaren tot hun 40ste levensjaar. Zij vormen afzonderlijke eenheden, als: 2 regimenten Cava lerie, 2 korpsen garnizoensartillerie (1483 off. en minderen), 2 regimenten genietroepen en 101 bat. infanterie. Deze ba taljons zijn ingedeeld bij de Territoriale Regimenten. Zij worden in hunne Commando's bijgestaan door daarbij gedeta cheerde officieren van het staande Leger. De Bijzondere Reser vist oefent voor de eerste maal 6 maanden en vervolgens 15 da gen 's jaars, met voor de infanterie nog 6 dagen schijfschieten. In de derde plaats komen de Territoriale troepen, eene schepping al reeds in haar ontstaan besproken. Deze macht telt 14 bereden Brigades, 14 Divisiën Army Troops, en het Korps Bereden Kustverdedigers. Elke Divisie heeft hare bijbehoorende Cavalerie, Artillerie, Genie, Intendance, Geneeskundigendienst, evenals de bestaande Divisiën. INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 513

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 533