Men neemt dienst voor 4 jaren, op een leeftijd tusschen de 17 en 35 jaren, behoudens geneeskundige goedkeuring. Reën- gagementen worden geregeld door de gewestelijke commissies Hij staat in dienst onder de krijgswetten, doch kan niet naar het buitenland worden gezonden zonder zijne eigen toestemming. Elke man krijgt 2 stellen kleeding, een voor dienst en een voor garnizoenstenue, en verder betaling en voeding ge- duiende liun kamptijd, zooals bij het staande Leger, waarbij de Commandeerende officier nog de beschikking krijgt over 60 ets per man en per dag voor verbetering van de menage en andere geriefelijkheden. Voor schoeisel zorgt de man zelf, doch er is een kleine som toegestaan voor extra-slijtage. De diensttijd bedraagt voor de Infanterie le jaar 40 oefe ningen, waarvan 20 vóór den kamptijd. In elke plaats van eenige beteekenis is een „drill-hall", kamp en voorbereidende schietoefeningen, daarna jaarlijks: 10 oefeningen, kamp (min stens 8 dagen), gewone schietoefeningen. Het geweer is het getiansformeerde (dus lange) Lee-Enfield. De Yeomanry zullen het korte geweer krijgen. Het Officierskorps wordt in hoofdzaak gerecruteerd hetzij van het Kon. Mil. Collego te Sandhurst of van de Kon. Mil. Akademie te Woolwich (alleen voor Art. en Genie). Bij wijze van tijdelijken maatregel kunnen binnen zekere voorwaarden de commandeerende officieren van de Garde te Paard en die te voet, heeren op proef aannemen om officier te worden bij hun ne regimenten. Dat de voorbereidende opleiding te Sandhurst niet lang duurt, bleek me bij een bezoek aan de kazernes van de Household-Guards, waar in de manege juist eene klasse aan het rijden was. Aan het hoofd zat een jong luitenant, mij aangeduid als een „recruut-officier". Eerst dacht ik aan iemand belast met de opleiding der recruten, doch de ver- klaiing was anders. Het jongemensch was 15 maanden te Sandhurst geweest en nu luitenant geworden bij het Regiment. De rest deed de kolonel zelf, en hij hoopte in een paar jaren er een goed officier van te hebben gemaakt. Ik durf met te zeggen of dat overal zoo is; doch hier waar de officieren in het Regiment blijven, heeft zoo'n korte voorbereiding weinig bezwaren. 514 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 534