Het Indische Leger bestaat uit Cavalerie, Bergartillerie,
Grensgarnizoens- artillerie, Sappeurs en mineurs, Infanterie,
Transportdienst, Ind. Geneesk. dienst en nog eenige hulp
diensten.
In verhouding tot de andere wapens is er maar weinig
artillerie; 12 berg-en 1 garnizoensbatterij op 89 Regimenten
Cavalerie en 136 bataljons Inf. is niet veel.
De Landaarden zijn Regiments- of Compagniesgewijze bij
eengevoegd, dus niet vermengd.
Een regiment (bataljon) Infanterie of Cavalerie bestaat uit
13 Britsche en 18 Inl. officieren, 735 minderen (infanterie) of
483 minderen (cavalerie).
36 Regimenten cavalerie zijn georganiseerd volgens het
Silahdarsysteem, waarbij de sowar (mindere) zorgt voor zijn
paard, diens voedsel en het zijne en aandeel in een muilezel,
benevens kleeding en uitrusting, (behalve geweer). In dat ge
val krijgt hij 46 shilling per maand, doch als het Gouver
nement voor zijn paard en muilezel zorgt, krijgt hij maar 18
shilling.
De Infanterist krijgt 14J shilling per maand, doch voedt
en kleedt gedeeltelijk zich zelf. Engagement 3 jaren, reënga-
gement tot 32, dan krijgt hij pensioen.
Het Indische Leger heeft ook een Reserve, 45,000 man
sterk. De reservisten krijgen fl. 2,40 's maands, doch vullen
in tijd van nood niet hun eigeD bataljons aan, maar vormen
nieuwe.
Dan heeft Indië nog een korps „Volonteers" 32.000 man sterk,
bestaande uit Europeanen en Indo's en waartoe alle geëm
ployeerden van de staatsspoorwegen moeten behooren, 20,000
man militaire Politie en 18,000 man Imperial Service Troops,
opgericht en onderhouden door de Vorstenlanden.
We hebben dus in Indië: Britsche troepen 75.884
Indische 156.500
Reserve 44.000
Hulptroepen (Volunteers enz.) 76.500
Totaal 352.884.
Van de koloniën stippen we alleen aan:
516
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT