526 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 30.5 c. M., thans het maximum, volgens geruchten, in Engeland en Amerika zal overtroffen worden. In genoemde landen zouden de in aanbouw zijnde schepen bewapend worden met kanonnen van respectie velijk 34.3 en 35.6 c. M. Voorts bevat deze aflevering nog een aantal andere artikelen, waarbij we ons echter tot de vermelding zullen bepalen. Deze artikelen zijn „Iets over trillingshoeken" door Kapitein Eabius „Reglementen en voorschriften voor de vestingartillerie" door Luit. hj. Oudendijk; „Grondbeginsel van de Schietregels: Schootstafel" door idem „De verharde baan onzer wegen" door M. C. Koole, en „Voorbeelden van vuuropening uit vesting-batterijen"' door Kapitein L. Hanau. 1 De Militaire Spectator 1911 No. 3. De le Luit. adjudant D. van den Berg vervolgt zijn artikel Het hoofdaanvalsfront van Port-Arthur en zijn nabij verdediging". Ueze aflevering geeft ons details van den grooten en bloedigen°strijd aldaar gestreden. J Deze aflevering bevat slechts één artikel, handelende over de kust verdediging Het opstel is van de hand van den Kapitein der artil lerie J. W. G. Bolomey en getiteld: Eenige opmerkingen naar aan leiding van het artikelHerbewapening onzer kustfronten". Op laatst genoemd opstel, werd reeds vroeger de aandacht gevestigd. Voor hen, die de herziening der kustverdediging noodig achten maar de geraamde kosten te hoog vinden opent S. een nieuw gezichts punt Was de raming van Kapitein Ranneft, bij de door hem voor gestelde wijze van inrichting, al 6 millioen minder dan het bedra^ der Regeringsvoorstellen, volgens de denkbeelden van Kapitein Bo° lomcy ingericht, zou de kustverdediging vermoedelijk nog zeer aan zienlijk minder kosten. S. toch is van meening, dat afgezien kan worden van pantserkoepels en pantserbatterijen en acht goed gemas keerde, ondiepe open kustbatterijen voldoende. Ook in zijn eischen voor de bewapening stelt S. zich met minder tevreden dan Kapitein Ranneft en acht als zwaarste kaliber 24 c. M. L/45 om meer dan één reden aanbevelenswaardig (Men vergelijke ook daarmede, wat de Majoor Dell over de bewapening schreef). Zoo we zien, wordt voor hen, die in hoogste instantie over de voorstellen hebben te be slissen, voldoende licht ontstoken. Als dat licht hun nu maar den goeden weg wijst 1 „Zien" is de titel van een opstel van den luitenant G. H. Honing, waarin S. betoogt, dat met het oog op de militaire, zoowel als de'

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 546