Boekaankondiging. Bei 3aanieislag uan den Topographischen diensi oner 1909. x) Met niet minder dan 275 bladz. druks, de noodige bijlagen en 35 platenkaarten en photo'sheeft de Topograpbische dienst den vijf den jaargang van zijn jaarverslag het lieht doen zien. Dit maal is voor het eerst in het verslag eeue plaats ingeruimd voor eene bijdrage van den Inspecteur der Landelijke Inkomsten en Verplichte Diensten, en zulks op eene onbekrompen wijze, want dit opstel, waarin behalve gegevens van het betrokken jaar tevens het niet nog vastgelegde materiaal der vorige jaren moest worden verwerkt, neemt niet minder dan 1/3 van het geheele verslag in. Ook al zou het verslag van den Topographischen dienst zelve daardoor eenigszins besnoeid zijn geworden, men bemerkt zulks niet. Daar voorts over het algemeen geen twee chefs over de aan- en inkleeding van een verslag van den onder hunne leiding staanden tak van dienst eenzelfde meening zullen zijn toegedaan, waren wij er op voorbereid wijzigingen in een en ander te zullen aantreffen. In verband met den onberispelijken vorm, waarin de vorige jaarverslagen waren gegoten, verheugen wij er ons in, dat dit niet is geschied, en wij spreken het gaarne en dadelijk uit, dat dit jongste verslag eene waardige plaats inneemt naast die der vorige. Evenals vorige jaren zullen wij het vluchtig doorloopen, om daar, waar daartoe aanleiding mocht zijn, een oogenblik te blijven stilstaan. Aan het voorbericht gaat ditmaal een overzichtskaartje van den N.O.I. archipel vooraf, met de bedoeling om duidelijk te laten uitkomen, hoe betrekkelijk weinig het nog is, wat hier te lande tot 1910 werd gekaarteerd, en hoeveel er nog rest. Eene beschouwing van dit kaar tje is wel in staat ons in onze aan 't slot der bespreking van het vo rige jaarverslag ontvouwde denkbeelden te versterken 2) In Hoofdstuk I: Algemeen verslag van de verrichtingen van den dienst. A. Terreinwerkzaamheden lezen wij onder 1, dat de triangu latie van Zuid-Sumatra thans geheel gereed is. Om eene voorstelling 1) Van dit, in 't laatste kwartaal van 1910 verschenen verslag mochten wij in dank een exemplaar van den Topographischen dienst ontvangen. Aan ons voornemen om reeds dadelijk eene bespreking van dit jaarboek in ons tijdschrift op te nemen, kon door verschillende omstandigheden geen uitvoe ring worden gegeven. Daar dit werk echter nog sleelits weinig aan actualiteit heeft ingeboet, vermeenden wij, dat deze vertraging geen aanleiding behoefde te zijn om eene beschouwing daarvan geheel achterwege te laten. 2) Zie I.M.T. 1909I bladz. 646. Al het geel gekleurde te rangschikken on der streken, waarvan alleen schetskaarten bestaan, lijkt ons wel wat bijzonder optimistisch. Juister schijnt ons toe „streken, waarvan geen of slechts schets matige kaarten bestaan". Redactie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 554