INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 539 Wij lezen met betrekking tot de communicatie over het meer, hetwelk een omtrek van 60 K.M.. en eene oppervlakte van 126 K. M.2 heeft: Da^en achtereen kan het er zóó waaien en stormen, dat de communicatie over het meer geheel verbroken is, ómdat de bevolking alleen gebruik maakt van kleine prauwen, die reeds bij geringen golfslag volloopen. Producten, die van de hellingen van den Bt. Sëminoeng naar de overzijde worden ver voerd, gaan dan ook dikwijls verloren. Waar volgens het verslag bestaande wegen ontbreken of in slech ten toestand zijn en door het geaccidenteerde terrein slechts ten koste van aanzienlijke offers zouden zijn te verbeteren, terwijl het de vraag nog zou zijn of de bevolking, weike aan het vervoer per prauw ge woon is, ze wenseht te gebruiken, springt de wenschelijkheid in het oog dat door de Regeering iets ter verbetering worde beproefd, zoo als het ter beschikking stellen van modellen van betere vaartuigen, el ders in den archipel in gebruik, e. a. De 3e opuemingsbrigade heeft gedurende verslagjaar weer zwaar te kampen gehad met het moordend klimaat der Lampongsche dis tricten, waarbij een van het personeel het leven liet. Onze belangstelling werd getrokken door de vermelding van den overgang der metingen van het getrianguleerde terrein naar het door astronomische stations ingenomen gedeeltewij dachten hierbij aan het feit, dat gemiddeld slechts 1 vast punt per 1290 K.M.2 aanwezig is en de juiste ligging van het punt zelve bovendien nog tusschen zekere maximumgrenzen van nauwkeurigheid schommelt. Wij lezen slechts dit Hoewel somtijds belangrijke verschillen bij de metingen tusschen de astro nomische stations werden gevonden, is in beginsel niettemin aangenomen geen verandering te brengen in de ontvangen coördinaten dier stations, die den wiskunstigen grondslag van de kaart vormen, en de verschillen middels den pantograaf gelijkelijk over de geheele lengte der meting te verdoelen.-) De grootte der gevonden verschillen, de lengte der betrekkelijke meetlijnen en de bijzondere voorzieningen, waarover wij het in den aanvang hadden tal van 1:25.000 bladen, die geen vast punt tellen, liggen in dat deel missen wij tot onze teleurstelling in het verslag. De beide volgende paragrafen behandelen resp. De topographische opneming van A-tjeh en Onderhoorigheden en Grensmeli-ngen in de resi dentie Oostkust van Sumatra, welke werkzaamheden veelal nog onder militaire dekking moeten geschieden. Indien het mogelijk ware van deze gewesteD, althans van Sumatra's Oostkust, het een en ander te vermelden in den geest als wij dit ten opzichte van Djember in het verslag der 3e landreDte-opnem. brigade aantroffen, zouden ook deze verslagjes meer kleur krijgen en ongetwijfeld lezenswaardiger worden. Het verslag over Vluchtige opnemingen heeft dit jaar aan belang rijkheid gewonnen, doordat we naast een aanvullings- en verbeterblad van Zuid-Nieuw-Quiuea een kort overzicht krijgen van den stand van het exploratiewerk op dat eiland in verslagjaar, terwijl verschil lende zeer goed geslaagde photo's, waaronder de panoramaopname 1) Bladz. G9. 2) Bladz. 71.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 559