Daardoor bood het schouwspel in die streken niet veel be zienswaardigs op, omdat de afstanden verbazend groot waren tusschen de verschillende onderdeelen, vooral bij de Roode Partij en het heel moeilijk was tijdig ergens bij te zijn. Ten rechte werd de eigenlijke stelling vastgehouden door Cavale rie te voet of Bereden Infanterie. Opvallend waren de groote tusschenruimten, die de afgezeten ruiters namen, terwijl in 't geheel niet werd gedacht aan de plaats der handpaar- den. Niet op een, maar op meer plaatsen lag een linie van schutters een 75 a 100 M. voor een heg en stonden recht daarachter de paarden. De karabijn wordt niet over den schouder gedragen, maar in een foudraal aan het zadel. Bij de bereden Infanterie wordt het geweer ook daar geborgen, met het gevolg natuurlijk dat het te paard stijgen moet worden voorafgegaan door eene beweging om het geweer te bergen. Dat gelukte dan ook niet altijd even snel, en kostte dit ettelijke manschappen gevangenname, omdat de paarden ongeduldig geworden, met de wegrennenden mee holden. Bij eene vermeende flankbedreiging van de stelling der Roode Partij werd wel vlug te paard gestegen, doch een oogenblikje geduld, om althans eenig verband te formeeren was er niet. Van herstel onderweg kwam ook niets. Artille rie steeg ook op, wel 2 batterijen tegelijk, alles rennend in een zekere richting. Wel eens nieuwsgierig te zien, wat daarvan terecht kwam, haastten we ons ook daarheen. Jammer even wel, dat het een loos alarm was gebleken; toen we op den vleugel waren zat de artillerie weer af en keerden de bere den troepen terug. Het bleek dat in 't gehee; 2 eskadions waren uitgeweest. Om die flank wat beter te beveiligen weid aan die zijde een sectie mitrailleurs opgesteld, beide stukjes vlak naast elkaar en ook weer zoo, dat de geheele artillerie in afwachtingssteiling en veel Cavalerie juist ongeveer in de rooilijn stonden. We zaten heel toevallig op een vleugel waai de Territorials stelling hadden genomen. Met alle eerbied voor hun moed en goeden wil om mee te doen, lag er in hun optreden toch geen diepe tactische gedachte. Het Cavaleris- tisch gedeelte bepaalde zich tot wat rennen in eene of andere ricnting om dan, als de vijand weg was of het bleek dat ei INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 553

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 575