zich niets bevond, kalm en zorgeloos terug te keeren. We
zijn geruimen tijd op dien vleugel geweest, waar op een af
stand van 1800—2000 m. een boschrand lag, die, ingeval de
vijand zich daarachter bevond, eene bedreiging vormde voor
den rug. Het is ons niet duidelijk geworden waarom plukjes
cavalerie, van bijv. een of twee pelotons, slechts een 600 M.
vooruit gingen en dan een paar ruiters nog eenige houderden
meters vooruitstuurden zonder behoorlijk door te dringen
en zekerheid te zoeken omtrent de aanwezigheid van vijand.
Onvoldoende doortasten, doelloos rondrijden met het gevolg,
dat er herhaaldelijk noodeloos alarm werd gemaakt. Die wei
nige ernst bij den veiligheidsdienst bleek me ook aanwezig te
zijn bij de voorposten.
Herhaalde malen stond de uiterste post met het front naar
achteren, om toch maar te weten, wat daar gebeurde, in
plaats van naar 's vijands zijde te speuren. We hadden ver
wacht, dat een der eskadrons ter verkenning zou zijn door
gereden tot het bosch, om desnoods met opoffering van een
deel, licht te geven. Er gebeurde evenwel niets.
Ja, toch. De aeroplane vloog over ons, recht in front om
bijna gelijktijdig een cirkel te maken en weer terug te keeren.
Ik wil graag gelooven, dat men zeer waardevolle verkennin
gen er mee kan maken, doch in dat korte oogenblik van
hoogstens enkele minuten alles opgenomen te hebben, lijkt
me wel wat kras. Toen op 28 September het bestuurbaie
luchtschip „Beta" weer mee deed, bleef die langer uit, was
ook met 4 personen bemand en zal ontgetwijfeld een meer
waardevolle verkenning zijn verricht. Naar alle waarschijn
lijkheid was de opdracht beperkt of het uitzicht onvoldoende,
omdat dien dag de mist bijzonder lang is blijven hangen.
Doch ook de Cavalerie v/h staande leger gaf eigenaardige
dingen te zien. Zoo zagen we op een absoluut kalen heuvel
al van zeer ver een cav. macht staan, wat later bleek een
eskadron voorposten te zijn van de Blauwe partij. Men telde
de aan en afrijdende patrouilles en terwijl er niet ver vandaan
eeD inzinking was, die zeker de opstelling aan t gezicht had
onttrokken, scheen daar niet op gelet te worden. Ook de aflos
sing van dit eskadron voor den nacht gebeurde open en bloot.
554
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT