P. 162. Wat de munitieaanvulling betreft, hierover wordt in ons reglement alleen bij het enkele stuk zeer terloops gesproken. „No. 3 haalt 4 patroonkisten uit den achterwagen, hangt deze, geholpen door de stukrijders, aan de haken der draag- zalen en brengt ze zoo snel doenlijk naar den mitrailleur." Verder worden geen aanwijzingen gegeven. In Duitschland is een officier met de leiding der voertuigen en tegelijkertijd met de munitieaanvulling belast. „Im Gefecht laszt der Führer der Fahrzeuge rechtzeitig volle Munitionsschlitten in die FeueTlinie bringen und die leeren Schlitten, Kasten und Gürtel zurückholen, die baldmög- lichst aus dem Munitionswagen neu 'zu fallen sind." In Japan is die functie aan een adjudant-onderofficier opgedragen. Een tweede verschil is, dat bij ons bedieningsmanschappen uit de vuurlinie worden gehaald, terwijl in genoemde landen aanvulling door personeel van achteren plaats heeft. P. 163. In ons reglement wordt over de samenstelling der z„ g. mitrailleurcompagnieën niet gei ept, terwijl het ook in de be doeling schijnt te liggen, voorloopig althans, per Divisie slechts 1 Mitrailleurafdeeling op te richten. Finantieele redenen zul len hiervan wel de oorzaak zijn. Zeer jammer is het echter,, dat behalve de mitrailleurafdeelingen, die een snel verplaats bare reserve in de hand van den Algemeenen Ct. vormen,, geen mitrailleurcompagnieën in het leven worden geroepen, die een vast deel uitmaken van de infanterielichamen. Dit geschiedt op het oogenblik in alle landen en dit wel tenge volge van de ervaringen, in den Russisch-Japanschen oorlog opgedaan. Daarin is toch gebleken, hoe noodig het is, over een sterke vuurkracht in de eerste linie te kunnen beschikken. Nu leeren de lichte mitrailleurs, die weinig trefvlak bieden, zich juist bij uitstek om de bewegingen der aanvallende in fanterie te volgen en kunnen ze deze derhalve niet slechts blijvend door vuur, maar ook moreel steunen. Reeds in tijd van vrede bij de regimenten of bataljons in fanterie ingedeeld, ontstaat er de voor oorlogstijd zoo hoog noodige samenwerking. Ze dragen er toe bij, dat de voor- waartsche beweging van het hoofdwapen levendig blijft en INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 45

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 57