uitgevoerd, zooals verwacht had mogen worden, dat die in
werkelijkheid zou zijn geschied, dan zou de beslissing wel ver
schoven zijn, misschien 's nachts of den anderen morgen zijn
gevallen, doch de achterkomende afdeelingen waren bij de hand
geweest en we zouden niet een beeld hebben gekregen van
iets onmogelijks. Daarom moet hier wel degelijk gedacht
worden aan eene gewilde beslissing vóór de duisternis.
Er is bij onze manoevres ook en herhaaldelijk geklaagd over
te weinig nabootsen vaD de werkelijkheid, er is ook een tijd
geweest, dat die partij, welke maar voortjakkerde en ten snelste
attaqueerde, eene goedkeuring kreeg, al waren alle mogelijke
regels van taktiek en vuuruitwerking geschonden, doch ik
dacht niet hier op groote schaal zulke vreemde dingen te zien
gebeuren, vooral toen na den Zuid-Afrikaanschen oorlog men
zich zoo opmaakte om het Leger op de hoogte van zijn tijd
te brengen.
Nog één factor moet in rekening worden gebracht en wel
deze, dat de Roode partij zeer gemengd was met ongeoefenden
en de Territorials mannen zijn met veel goeden wil, getuige
hunne vrijwillige verbintenis tot beoefening van den wapen
handel, maar te weinig oefening. 15 dagen per jaar is al heel
weinig, al worden den geheelen winter door voorbereidende
oefeningen gehouden op een vasten dag in de week in nage
noeg elke plaats, waar maar voldoende liefhebbers zijn. Men
heeft daar ook zijn eigen „drill-hall". Goede wil alleen vermag
niet aan te vullen, wat door onvoldoende en gebrekkige voor
bereiding is te kort geschoten.
Men krijgt een surrogaat, dat alleen uiterlijk op het wer
kelijke lijkt.
De marschvaardigheid en het uithoudingsvermo
gen zijn geroemd, de Territorials en de Reservisten hebben niet
meer achterblijvers gehad, dan de norm. 11 per bataljon van
600-700 man is niet veel, doch we moeten hierbij weer niet
vergeten, dat de lust voor spor t het cijfer heeft laag gehou
den. Het zit in het bloed van het Engelsche volk om partij te
maken en te kampen. Jonge meisjes doen al eene keuze als
Oxford en Cambridge moeten kamproeien. Vraagt men waarom
ze bijvoorbeeld voor Oxford is, dan zal daarop geen bepaald
560
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT