Het schietvraagstuk is een vraagstuk van physio-en van
psychologischen aard. Om door losse aanhalingen van enkele
schrijvers tot eene conclusie te komen, daartoe is dat vraag
stuk bovendien te ingewikkeld. Ik wilde bovendien zelf oor-
deelen en mijn oordeel moest berusten op wetenschappelijke
grondslagen. Ik diende dus de beginselen van physio-en
psychologie op te rakelen om daarna te kunnen besluiten,
welk standpunt die wetenschappen ten opzichte van het
schietvraagstuk innemen.
In het kort volgen hier de resultaten van mijn onderzoek.
Kort phijsiologisch oiierzich! Dan het zenuirstel.
Het zenuwstelsel is opgebouwd uit cellen, welke 2 soorten
draadvormige uitloopers vertoon en (de zen uw vezels), dendrie
ten en neurieten geheeten. De zenuwcellen vormen met deze
zenuwvezels de kleinste physiologische eenhedeD de neuronen.
De groote en kleine hersenen, het verlengde merg, het rug-
gemerg, de sympathicus e.a. vormen de z.g. n. centrale deelen.
De sympathicus vormt met hare uitloopers het sympa
thisch-, alle overige genoemde centrale deelen met hare uit
loopers het cerebro-spinale zenuwstelsel.
De zenuwcellen zijn groepsgewijs door het heele lichaam
verspreid en in de centrale deelen tot grootere massa's veree-
nigd. Waar ze in het weefsel de overhand hebben, is dit aan
zijne grauwe kleur te herkennen, zoodat zulk weefsel als
„grijze zelfstandigheid" wordt aangeduid.
Van hieruit zijn alle deelen van het lichaam als het ware
door een dradennet (de zenuwvezels, tut bundels vereenigd)
verbonden. De bundels van vezels, die men ook in de herse
nen en de andere centrale deelen, zoowel als daarbuiten aan
treft, vormen de „witte zelfstandigheid."
Door de zenuwen kan eene toestandsverandering in het
eene gedeelte van het lichaam eene toestandsverandering in
een ander gedeelte ten gevolge hebben, terwijl zonder haar
de spieren en met deze de organen en lichaamsdeelen tot
werkeloosheid zijn veroordeeld. Terwijl aan den eenen kant
het ingewikkelde samenstel van organen van het lichaam
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT
563