en de voorstellingen gehouden zijn aan afzonderlijke groepen cel len der hersenen, de gewaarwordings-en herinneringscellen ge- heeten, welke door zenuwvezels met elkaar in verbinding staan. Doordat de herinneringscellen op haar beurt onderling door zenuwvezels verbonden zijn, zal, wanneer eene herinnering van een object verlevendigd wordt, dit gelijktijdig het geval kunnen zijn met andere enkelvoudige herinneringen van dat object, wat de samengestelde voorstelling tengevolge heeft. Op deze z. g. n. voorstellingsassociatie komen we straks terug. Evenals aan de gewaarwordingen, is ook aan de voor stellingen een gevoelstoon verbonden. Oorspronkelijk een ei genschap der gewaarwordingen, wordt het gevoel door over dracht eene eigenschap der voorstellingen. Ontstaan meerdere voorstellingen tegelijkertijd, dan kan de gevoelstoon van een harer door de andere worden over genomen. Eene vrucht die stinkt, vindt men in 't algemeen niet lekker. Een bloem, die stinkt, vindt men leelijk. Dit overnemen van den gevoelstoon heeft immer plaats als aan een der voorstellingen een sterk lust- of leedgevoel verbonden is. Nog zij hier even gewezen op een voor den militairen op voeder belangrijk iets, waarop we later terugkomen. Daar, blij kens het voorgaande, voorstellingen niet aangeboren kunnen zijn, kan zulks evenmin het geval zijn met hare eigenschappen. Angst en vreesuitingen van leedgevoel zijn daarom niet aangeboren, doch worden verworven, daar zij door gewaar werdingen en voorstellingen worden verkregen. „Rappeiez-vous que la peur est une maladie, qu'il faut guérir, que si 1' homme intrépide peut quelquefois se tromper, celui qui a peur se trompe toujours. (Moso „La peur"). Het hangt af van velerlei factoren, welke van de talrijke, gelijktijdig optredende gewaarwordingen, de inleidende (begin) voorstelling zal doen optreden, m. a. w. welke gewaarwording de opmerkzaamheid zal opwekken. Onder die factoren noemen we wederom in de eerste plaats het gevoel. Gaat de door een prikkel ontstane gewaarwording hoe zwak deze op zich zelf ook moge zijn van een sterk lust of leedgevoel vergezeld, dan zal zij en geen andere de opmerkzaamheid bepalen. 572 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 594