levendigd, zal het van velerlei factoren afhangen, welke dier voorstellingen in een bepaald geval die begin voorstel ling vergezellen. Het is alweer vooral de toestand der verbindingsbanen, die hier den doorslag geeft. Een veel gebruikte baan wordt door dat gebruik voor het geleiden van eenen bepaalden prikkel hoe langer hoe meer geschikt. Als dus twee of meer voorstellingen vaak tegelijk optreden, wordt de kans groot, dat ze dit steeds zullen doen, terwijl voor voorstellingen die minder vaak tegelijk optreden de kans groot is, dat ze dit niet zullen doen. Even zeker als de verbindingen tusschen 2 of meer herinneringscellen door 't gebruik geschikt wor den, even zeker verliezen die verbindingen bij niet gebruik die geschiktheid hoe langer hoe meer, terwijl banen dieniet gebruikt worden langzamerhand afsterven. Geheugen. De materieele veranderingen der hersenschors, waarmee het bewustzijnsverschijnsel herinnering correspondeert, ver dwijnen langzamerhand onder den invloed der stofwisseling en wel te sneller naarmate ze zeldzamer vernieuwd worden, zoodat vernieuwing der materieele veranderingen het middel is om de herinnering intact te doen blijven. Hoeveel vernieuwingen noodig zijn, hangt af van de indi- vidueele geschiktheid en loopt zeer uiteen. Ebbinghaus toont experimenteel aan, dat niet alleen herhaling de associatie ten goede komt, doch beslist noodig is om eene reeds ge vormde associatie intact te houden, d. w. z. een door oefe ning verworven geschiktheid tot het verlevendigen van voorstellingen en het vormen van voorstellingsassociaties moet door oefening worden behouden. Zeer veel beoefenen van den juist-snellen aanslag is dus beslist noodig om eene verkregen z. g. n. associatieve verwantschap van de daarbij optredende voorstellingen te behouden. Wordt vervolgd). J". J. Kiel. Ie. Luitenant der Infanterie. 574 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 596