Semophorestelsel of dlorsealpfiabet In zijne studie „Militaire Telegrafie" (I. M. T. 1910 no 9) heeft de heer Sporry bij zijne beschouwingen over den op- tischen seindienst ook het opstelletje van mijne hand, voor komend in I. M. T. 1909 no 2 ter sprake gebracht. Hoewel gaarne hulde brengend voor de zakelijke wijze, waarop de geachte Schrijver zijne meening tegenover de mijne heeft geplaatst, zoo heb ik mij toch niet met de con clusies van den heer Sporry kunnen vereenigen. Laat ik echter alvorens verder in debat te treden Schrij ver even uit zijne dwaling helpen, hij meende namelijk in mij een officier van het Nederlandsche ieger te moeten zoe ken. Op welken grond is mij evenwel niet duidelijk, daar het toch een tuitengewoon merkwaardig verschijnsel zou zijn, als een kameraad van het Nederlandsche leger zich bijzon der zou interesseeren voor een Indisch seinvoorschrift. Mijn naam onder dit artikel zal Sporry overtuigen, dat ik hoe wel het voorrecht gehad hebbende hier en daar bij het Ne derlandsche Leger een kijkje te mogen nemen—toch Indisch man van beroep ben. Nog vóór ik Schrijvers welgemeenden raad ontving eens de oefeningen van de Telegraafafdeeling van het Regiment Genietroepen bij te wonen, werd ik reeds hiertoe in de ge legenheid gesteld. Ik moet er echter dadelijk bijvoegen dat hetgeen ik hier zag en hoorde weinig in overeenstemming was met hetgeen de heer Sporry zich van dit bezoek aan zijne Nederlandsche wapenbroeders voorstelde. Niemand minder toch dan de Commandant van een der Telegraaf- compagnieën deelde mij mede, dat de commissie, belast met de samenstelling eener regeling betreffende den sein dienst, in beginsel had aangenomen dat bij den troep zou ge- 1) Een seinvoorschrift voor het N. 1. leger.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 60