den toegepast ter bepaling van de waarde van een granaat kartets schot: De werkingswaar de van een granaatkartets wordt bepaald door den inhoud van de figuur, die begrensd wordt door de lijn v_ 2 ,7—-| /TR2_f\kj 0.60 i/R 1_ i 1 V - R2 door de x as, en door de ordinaat van het punt, waar de absis gelijk is aan de iverkingsdiepte. Eenige beschouwingen omtrent de granaatkartetsen nan de lied. Indische Landmacht. Bij lange kanonnen wijkt de werkingswaarde van de G.Kt. bij de bestaande gewenschte springhoogte uit de schootstafel weinig af van de maximum verkrijgbare, indien het spring- punt wordt verhoogd of verlaagd. In het eerste geval zijn er meer kogels, die de doelhoogte eerst bereiken buiten de grenzen door de werkingsdiepte gesteld, in het laatste geval heeft men meer aanslagen. Evenwel zij de aandacht geves tigd op het volgende. Bij het kanon van 7 cM. L.A. is de werkings waarde voor de gewenschte S.H van 2.5 °/oo °P 1500 M. W 1690. Wordt de S. H. verdubbeld tot 5 °/00 dan is W 1580, terwijl aanslagen bij gebruik van tijdbuizen geen, bij gebruik van tijdschokbuizen weinig uitwerking zul len hebben. Hieruit volgt, dat het, ter verkrijging van meer dere uitwerking, wenschelijker is de S. H. te hoog, dan te laag te nemen; een S.H. van 4 %o is in het genoemde geval wenschelijker dan een S.H. van 2 %0. Anders wordt de toestand bij de korte kanonnen en mor tieren. De gewenschte S. H. uit de schootstafel stemt daar maar bij wijze van uitzondering overeen met die, waarbij de meeste uitwerking kan worden verwacht. Voeren we bv. de berekening uit voor den mortier van 12 cM. A., dan blij ken de werkingswaarden voor normale=6.6, 7.6, 8 6, 10, 12, 15, en 19, °/00 springhoogte respectievelijk W -680,830, 890, 960, 1034, 1102, en 1040, te zijn. De werkelijk meest gewenschte S. H. is derhalve ongeveer 2 maal zoo groot als die in de schootstafel word vermeld, 588 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 610