dan geeft de som van de getallen in de verschillende kolom
men I. II. enz. het honderdvoud van de waarden ZZ uit de
formule (7).
Parall.
gemerkt
I
II
III
enz.
a
0.16
b
0.31
c
0.45
d
enz.
enz.
Deze getallen drukken dus de verhouding uit van de te
verwachten uitwerking in die verschillende punten van den
bodem; worden ze uitgezet als ordinaten in de punten I, II
enz. van de grondlijn, dan zal de kromme, die de toppen
van die ordinaten verbindt, de werkingswaarde van het ge-
heele granaatkartetsvuur omvatten.
Voeren we deze berekeningen uit voor het Kruppsche
veldkanon van 7,5 cM. Sv L/30, dan blijkt, dat de graphische
voorstelling voor de baan van 2000 M den vorm verkrijgt
als in figuur 2 is aangegeven. Hieruit is direct af te lezen,
dat vurende met de gegevens behoorende bij een opzet-
hoogte een strook van 200 a 250 M. diepte onveilig wordt
gemaakt. Voor de baan van 6000 M. wordt de graphische
voorstelling als de figuur 3 aangeeft en blijkt dus, dat we
een strook van ten hoogste 150 M. onveilig maken. Het
gaat natuurlijk niet aan, de geheele uitbreiding waarover
de kogels verdeeld liggen, als onveilige strook aan te mer
ken, wat een oppervlakkige beschouwing van de figuren
reeds leert. Voorts zien we, dat de meeste uitwerking te
verwachten is ongeveer bij het uiteinde van de gemiddelde
baan, zoodat het granaatkartetsvuur met één opzethoogte,
met de gegevens voor den ai tilleristischen afstand behoort
596
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT
Waar
schijn lij k-
heids-
waarde