Comnii55iën iof Onderzoek dod Reclames
in zake Beoordeelingslijsien Dan officieren.
Onder bovenstaanaen titel treffen wij een opstel aan in het
Bataviaasch Nieuwsblad van Donderdag 11 Mei 1911.
Wij achten het niet ondienstig dit artikel in het kort in
beschouwing te nemen. Niet met de bedoeling, om den schrij
ver, zich noemende Axtief, van het eventueel onjuiste in
zijne redeneering te willen overtuigen, doch slechts, om deze
aangelegenheid te bekijken van een ander standpunt, dan
door S. blijkbaar is ingenomen.
Te meer kwam ons zulks gewenscht voor, omdat er wel
licht zullen zijn, die, na het grootste gedeelte van het artikel
gelezen te hebben, het verdere misschien laten rusten, om
dat zich dan al voldoende de indruk heeft gevestigd, dat Actief
de getroffen regeling als totaal ondeugdelijk beschouwt. En
nu is wel is waar het geheele artikel doorspekt met uit
latingen, waaruit al zeer duidelijk blijkt, dat S. zich een
bijzondere militaire-levensbeschouwing heeft eigen gemaakt,
maar pas aan het einde vinden we onomwonden verklaard,
dat weinig chefs zich meer in het vertrouwen van Actief
mogen verheugen.
„Als jong luitenant in Indië gekomen, stelden wij de chefs
„op een hoog standpunt. Maar nu, najaren meegeloopen en de
„dessous gezien te hebben, liggen onze afgodsbeelden van Plicht,
„Eer en Geweten verbrijzeld in het stofDoch a qui la faute?"
Is deze uitspraak eigenlijk niet de alles beheerschende?
Eerst „himmelhoch jauchzend" en thans „zum Tode betrübt".
Maar waarom zich dan ook afgodsbeelden te vormen Dat is
altijd verkeerd en leidt noodwendig tot teleurstellingen.
Doch ter zake. Wij hadden Actiefs verklaringen, zooeven
aangehaald, gaarne aan het begin van zijn opstel aangetroffen.
De lezer zou dan al dadelijk ingelicht zijn omtrent den aard
der geleverde verhandeling. Ja, daardoor ware velen wel
licht het lezen gespaard, omdat, wetende welke gevoelens S.
(51, Bid, Dan 1911 Do, 278,)