waarschijnlijkheid daarvan aan te toonen, de volgende com binatie a. Een klein wapen b. De beoordeelde ligt met den wapenchef overhoop c. De beoordeelaar weet zulks; cl. De beoordeelaar heeft (natuurlijk) geen eer, plicht en geweten en nekt den beoordeelde. In den gedachtengang van S. misschien een zeer logisch verloop en ook volmaakt in overeenstemming met hetgeen we aan het einde van Actiefs epistel lezen n 1: „Het is een jagen, om in een goed blaadje te komen bij hooger geplaats ten door pluimstrijkerij, door met stroopkwast en strooppot te loopen, met opoffering van plichtsbesef, eer en geweten." Heeft S. er wel aan gedacht, dat er nog een autoriteit is hooger dan de wapenchef, maar vooral straks hopen we nogmaals op dit punt terug te komen is er bij die com binatie wel rekening gehouden met het bepaalde in 8 van het Voorschrift, alwaar we lezen: De beoordeelaars, met uitzondering van den Wapen- of Dienstchef, zullen geen inzage mogen kunnen nemen van vorige beoordeelingen We gelooven, dat in den geschetsten toestand de beoordee laar meer gevaar zou loopen dan de beoordeelde. De bepaling van 4 (1) n. 1. dat de invulling van de be- oordeelingslijsten uitsluitend moet gegrond zijn op hetgeen de beoordeelaars stellig weten, of waarvan zij op goede gron den overtuigd zijn, juicht S. ten zeerste toe mitsdat daaraan ook de hand worde gehouden. Edoch, zoo zegt Actief, 28 (1) stelt alweer de deur voor ongerechtigheden open. Wat zegt nu genoemde paragraaf? De chef, die in de beoordeeling ongunstige aanteekeningen opneemt, voegt, onder verwijzing er naar, aan de beoordee ling een nota toe, waarin hij toelicht, waarop dat ongunstig oordeel berust, en voor zoover het op bepaalde feiten steunt, met vermelding dier feiten. Hoe moeten die goede gronden wel zijn, zoo vraagt S. als zij niet berusten op feiten. Wellicht, dat een proeve van beantwoording der vele vragen, in een beoordeelingslijst ge-' steld, daarin eenig licht kan verschaffen. Maar we wilden er 602 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 624