We vinden, dat de hierbij door S. gemaakte opmerking, al bijzondere kenschetsend is. Waarom in de juist omschreven bepaling niet een streven naar het betrachten van ridderlijke openhartigheid gezocht? En waarom, zoo vragen we, een andere, o i. zoo mooie paragraaf, n. 1. 8, zelfs niet eens te releveeren Moesten wij een beschouwing leveren over het nieuwe voorschrift, dan zouden we juist die paragraaf in de allereerste plaats noemen. S. gaat thans over tot 31 (1) en (3) welke respectievelijk luiden Het is den beoordeelde tot en met den rang van luitenant kolonel toegestaan, bij ongeschiktverklaring voor den hoogeren rang, of, bijaldien in de beoordeeling de aanteekening voor komt, dat op langer behoud in het Leger, nadat aanspraken op het pensioen over den tegenwoordigen rang, zijn of zullen zijn verkregen, geen prijs moet worden gesteld, zich op die ongunstige aanteekeningen tegenover den Comman dant van het Leger, of, indien het oordeel door dezen is uitgesproken, tegenover den Gouverneur-Generaal, te recht vaardigen; en Generaals en kolonels kunnen over in de beoordeeling voorkomende ongunstige aanteekeningen schriftelijk hunne bezwaren voorbrengen bij den Gouverneur-Generaal, mits zulks geschied binnen ééne maand, nadat de betrekkelijke mededeeling door hen werd ontvangen. Speciaal voor de luitenants en kapiteins wordt hier volgens S. een hoogst bedenkelijke toestand geschapen. Zoolang deze n. 1. niet een aanteekening krijgen als hier boven genoemd en zulks kan, normaal, bij kapiteins pas geschieden, als zij tot het oudste x/4 en bij luitenants, als zij tot de oudste helft behooren kunnen zij niet recla meeren. En als die ongunstige aanteekening er eenmaal is, dan zal het, volgens S, natuurlijk hoogst bezwaarlijk zijn zich van de soms jaren lang opgestapelde aantijgingen te zuiveren, ja zulks dikwijls ondoenlijk blijken. Actief raadt dien heeren dan ook aan speciaal bij de bekende legertoestanden om het blauwe boekje te voor schijn te halen en reeds van meet af aan bewijsstukken 604 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 626