INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 613 nacbtelijken aanval op een post gedurende de belegering Seringapatam „Ik ben tot de conclusie gekomen om, als het in mijn macht staat, nooit toe te staan, dat een aanval bij nacht wordt gedaan op een vijand, die voorbereid is en zich sterk verdedigd heeft en wiens stellingen niet verkend zijn geworden." Het is wel bekend bovendien, hoe droevig bet succes was van den nachtmarsch in 1878 tegen de Afghaansche stelling in de Khijber-pas en van dien om Peiwar Kotal te weerstaan, van de operaties in 1899 tegen Stormberg en van den aanval op Magersfontein, omdat de ver kenning op een afstand en bij dag had plaats gehad. De Japanners in Mantsjoerije, die groote voorstanders waren van nachtelijke operation, zijn bekend om de nauwkeurige verkenningen en het observeeren van het terrein, waarover aanvallen moesten wor den ondernomen, en daav hun werkelijk percentage verliezen klein was, bleek het, dat hunne voorzorg juist was. Het schijnt dus, dat ten koste van moeite en gevaar, geen nachtelijke operation tegen een vijand, geregeld dan wel ongeregeld, gedaan moet worden, vóórdat het te doorschrijden terrein bij nacht is verkend, dan wel maatregelen genomen zijn voor een begin van zulk eene verkenning gedurende het oprukken der troepen. En een geregelde vijand moet gedurende de uitvoering van de nachtelijke operatie nauwkeurig ge observeerd blijven, want het is mogelijk, dat hij eene gelijke onder neming gaat beproeven Eene oorlogshandeling is zelden door een groot aanvoerder begonnen zonder iedere voorzorgsmaatregel, die menschelijk verstand en overweging konden verzinnen, om het succes te verzekerenen zeldzamer nog heeft een dolle waaghalzerij tot slagen geleid. Napoleon, de dapperste aan voerder, was een van de voorzichtigste. Verkenningen voor nachtelijke operaties kunnen in twee categoriëen verdeeld worden 1. Die, welke worden uitgevoerd onder dekking van vooruitgeschoven troepen, welke, ofschoon in geen geval gemakkelijk, slechts weinig persoonlijk gevaar opleveren. 2. Die, waarbij men tracht de vijandelijke stellingen te onderzoe ken, en die zoowel moeilijk is als wel groot persoonlijk gevaar oplevert. In beide gevallen moeten de officieren, die belast zijn met het nachte lijk verkenningswerk, (en het is een feit, dat een of meer officieren, ver gezeld door twee of meer verkenners naar gelang van de omstandigheden, deze taak moeten verrichten) indien de te doorloopen afstand grooter dan een mijl is, bovendien een ruwe schets maken van den meest geschikten te volgen weg, voorname punten duidelijk aangevende. Indien het verkenningswerk tijdens den opmarsch der troepen verricht moet wor den, moet de schets verdeeld worden in verschillende vakken van ge schikte lengte, afhankelijk van den af te leggen afstand, zoodat als ze af is, iedere vakschets kan overgebracht worden naar den leider van de 1) Men heeft berekend4 dat bij 50 pCt. der nachtelijke aanvallen ue Japan ners succes haddenbij 30 pCt. gedeeltelijk succes hadden en dat 20 pCt. van hunne pogiDgcn mislukten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 635