Uereenigde 5ialeu ucn Amerika. Duiischland. INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 619 Verdediging uan hei Panamak ana a i. Eene commissie van officieren van zee- en landmacht heeft het vraagstuk betreffende de verdediging van het Panamakanaal onder zocht en daarover gerapporteerd aan den president Taft. Haar voorstel is door den president goedgekeurd en aan het congres voorgelegd. De commissie oordeelt het noodig in de aan de Vereenigde Staten toebehoorende strook langs het kanaal in vredestijd de volgende troepen te legeren 18 compagnieën kustartillerie, 1 afdeeling veldartillerie, 4 regimenten infanterie, 1 eskadron cavalerie. In oorlogstijd moet deze macht naar behoefte worden versterkt. De kustartillerie moet in de nabijheid van Balboa of nog beter op de eilanden Naos, Ponce en Flamenco worden gelegerd, de overige troepen op het hoogste punt aan de oostzijde van het kanaal. Jahrb. No. 475 —'11. Debemapening can de nieuice neldballerijen. Twintig rijdende 'oatterjen zullen worden omgezet in veldbatterjen. Zj zullen worden bewapend met veldhouwitsers, tengevolge waarvan dus 120 veldkanonnen verdwjnen en plaatsmaken voor 120 moderne veldhouwitsers. Dit wordt een vooruitgang in de bewapening der bereden artillerie geacht, daar de veldhouwitser zich iu het bjzonder eigent voor de bestrjding van schildartillerie. In het algemeen presteert hj tegen gedekte doelen meer dan het veldkanon, terwjl zjn Gr. K. schot vrjwel geljkwaardig aan dat van het veldkanon wordt geacht Men acht het zelfs aanbevelenswaard de helft der batterjen van ieder armeekorps met houwitsers uit te rusten, hetzj vereenigd in regimen ten, danwel dat elk regiment veldartillerie zou zjn samengesteld uit één veldkanon- en één houwitserafdeeling. Op de nadeelen, dat slechts één divisie in ieder armeekorps over een houwitserafdeeling beschikt, is reeds herhaaldelijk gewezen. Jahrb. No. 473 '11.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 641