622 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT kleeding. Wordt dit geld, zooals schrijver bedoelt, niet uitgekeerd (omdat er enkele slechte elementen onder zijn), dan kunnen de goe den geen buitenmodelkleeding koopen en doen daardoor niet zoolang met hun modelkleedirg. Ook zullen velen die nu met het oog op het te ontvangen geld zuinig zijn, dan slordig worden Als den man goederen opgedrongen worden waarvan hij het nut niet inziet of wel welke hij gemakkelijk missen kan, zooals: equipe- mentstukken, versierselen, aardewerk, enz. dan vraagt hij aan wat hij het voordeeligst verkoopen kan en wordt daardoor een goedverkooper. Als men aan iemand, die niet met het leven der soldaten op de hoogte is, de vernieuwingslijsten laat zien, zal hij zeker in zijn handen slaan en zeggen: „Ik dacht niet dat het Gouvernement den soldaat zóó ruim van kleeding voorziet dat de man geld overhoudt". Iemand bekend met het leven der soldaten laat zich echter niet bedotten door die lijsten. Kon men de rekeningen van de meeste soldaten, die hun kleeding uitbetaald gehad hebben, eens nakijken, dan zou men zien dat deze, zonder jenever of iets dergelijks, meestal sluiten met een nadeelig saldo. Met het doen van inkoopen kan men onmogelijk compagnie's com mandanten belasten, aangezien deze het druk genoeg hebben. Was dat niet het geval dan is dit toch onmogelijk, en wel doordat er wel veel gekocht zou worden, doch door de groote verscheidenheid der ar tikelen zouden deze misschien duurder zijn dan dat de man ze zelf koopt. Hieronder een klein voorbeeld. Fuselier A. komt uit het Hospitaal en moet voor niet ontvangen kleeding f 6,uitbetaald hebben. Die man komt op 't rapport en de compagnie's commandant vraagt wat hij voor dat geld wenscht te koopen. Hu begint de man op te sommen. Ik moet aan den schoen maker betalen f 1,25 voor het herstellen van een paar modelschoenen, dan heb ik met het oog op den natten moesson een pajoeng noodig, die kost 0.75, mijn slaapbroeken zijn op, dus moet ik twee kains heb ben, maar ze moeten van die en die kleur zijn en die en die figuren moeten er op staan, kosten samen f 3.drie el wit goed moet ik hebben voor voering, van f 0.15 per el, een emmer van 0.40 en een drinkmok van f 0.15. Zou de schrijver nu willen, dat de compagnie's commandant dit inkocht of er een man kader op uitstuurde? Ik ge loof van neen. Over het ruim voorzien zijn van kleeding is schrijver naar mijn be scheiden meening, niet goed ingelicht. Laat de schrijver eens een proef nemen en een soldaat uitzoeken die model zijn diensten mede maakt, dan moet hij dien man eens kleeden volgens tarief 24 en toezien dat hij er niets bij koopt of er bij laat maken, dan zal schrijver zien dat de man te kort komt. Een Opmerker.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 644