BDbflGE
Schriftelijke Uragen
uoor het Toelatingsexamen tot den Dnfendance
cursus aan de Boogere Krijgsschool 1911,
3uni m. 6 1911.
natuurkunde.
Ie Vraag. (3/4 uur.)
Verklaar uit de werking van de zwaartekracht op in even
wicht verkeerende vloeistoffen, waarom:
a. de vrije oppervlakte horizontaal is;
b. de drukking in een horizontale laag overal even groot is;
c. bij verschillende vloeistoffen de hoogten boven hetaan-
rakingsvlak zich verhouden omgekeerd als de soortelijke ge
wichten
2e Vraag. (3/4 uur.)
Hoe wordt het mechanisch aequivalent der warmte bepaald
en hoe verklaart men in verband hiermede, waarom de soor
telijke warmte van gassen bij constanten druk grooter is dan
die bij constant volume?
3e Vraag. (3/4 uur.)
Verklaar de theorie van de balans.
4e Vraag. (s/4 uur.)
Een cilindervormige buis (areometer) van 21 cM. lengte
is zoo bezwaard, dat zij in terpentijnolie 20 cM. inzinkt.
Als men op de terpentijnolie nog zooveel alcohol giet, dat
de buis geheel bedekt is, hoe diep bevindt zij zich dan nog
in de terpentijnolie. S. G. van terpentijnolie 0.875; van alcohol
0.800.
Scheikunde.
Ie Vraag. (3/4 uur.)
Wat zijn zuren, basen en zouten In hoeveel soorten verdeelt
men de zouten? Geef van iedere soort eenige voorbeelden op.