„Bafaljonsgeschut in de toekomst". INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 71 geld aan die stellingen zou behooren te worden verwerkt. Dan zou overleg tusschen Regeering en Volksvertegenwoordiging over aan te brengen bezuinigingen eerst recht mogelijk zijn Een rapport van een technische commissie met beperkten gezichtseinder geeft tot dergelijk overleg nog onvoldoende basis." J. v. Roon. Door Bernatsky, Maj. v'd Gen. Staf te Budapest. Vervolg van bis. 1161.) Het geweervuur der infanterie heeft tegen ongedekte, levende doelen tot op zeer grooten afstand eene groote werkzaamheid. Deze werkzaamheid stelde tot nu toe de Infanterie in staat tegen alle te velde voorkomende strijdmiddelen met volkomen gerustheid op te treden. Uitsluitend aan hare innerlijke kracht lag het, dat zij zelfs de moei lijkste gevechtsomstandigheden met goed gevolg wist door te komen. Met het volste recht moest haar den naam van „Koningin van het Slagveld" worden toegekend. Met één slag echter heeft zich de toestand veranderd. Niet de toename in kracht van de vijandelijke aanvalsmiddelen, maar het passieve element van weinig zichtbare schilden heefc de verandering veroorzaakt. Tegenover de achter schilden gedekte actieve strijdmid delen heeft de Infanterie een uiterst moeilijke positie en men zou de vraag mogen opwerpen of zij over het algemeen in staat is dezen weerstand, die in een nieuwen vorm tegenover haar staat, met eigen kracht te breken P Ja, nog meermen zal eraan mogen twijfelen ot ook het wapen, dat in de eerste plaats ertoe dient de Infanterie zijn steun te verleenen en haar den weg te banen, of ook die Artillerie heden nog in staat is in den strijd tegen pantserschilden iets de gelijks te presteeren. Het heet van de Infanterie bijna het onmogelijke vergen, wanneer men van haar eischte, dat zij niet alleen de vijandelijke Infanterie met succes bestreed, maar dat zij ook het vuur van intacte vijan delijke machinegeweren en snelvuurkanonnen, zonder zich daartegen goed te kunnen verweren, verdroeg. En zoo staan de zaken voor het onbevangen oog. En schrikt men niet terug voor de hieruit voortvloeiende gevolgtrekkingen, dan ont staat de gebiedende eisch niet alleen voor het ontwerpen van een in het bijzonder geschikt kanon tot bestrijding van schilden, maar ook voor de indeeling van dit geschut bij de Infanterie, bij zelfstandige bataljons, om op die manier de Infanterie in staat te stellen sich on der alle omstandigheden zelf den weg te banen. En zoo zijn we alweer tot Bataljons-geschut gekomen. Op de vraag hoe de organisatie moet zijn, komen wij later nog eens terug; in de eerste plaats willen wij de aan het geschut gestelde tactische eischen uiteen leggen, om dan ook nog de technische questie in hare hoofd trekken te behandelen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 83