86
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT
in bebouwing genomen en nieuwe klapperaanplantingen van beduidende
uitgestrektheid tot stand gebracht. Ook de heropening van de haven van
Idi 1) zal aan dit gedeelte der kust ten goede komen, terwijl evenals
het vorige jaar valt te boekstaven dat naar de verlenging van den
Atjehtram van Langsa tot Koeala Simpang met verlangen wordt uitge
zien en het spoedig ter hand nemen van dit werk alle aanbeveling
verdient. Van de reeds bestaande Atjehlijn wordt ook door de Iulandsche
bevolking meer en meer gebruik gemaakt en opmerkelijk mag het
we! heeten dat, terwijl met het begin van het jaar het tarief voor
het vervoer van reizigers 3e klasse werd teruggebracht tot de helft
van wat het vroeger was, de opbrengst iu de sedert verloopen maanden
bleet boven die der overeenkomstige maanden van het vorige jaar.
In het mede tot deze afdeeling behoorende in de bovenstreken
gelegen vrij onbeduidende landschap Serbodjadi was de toestand min
der gunstig dan vroeger wel reeds het geval geweest is, hetwelk
eensdeels daaraan toe te schrijven was dat de door een krachtig militair
optreden uit de Qajo Loeos verdreven slechte elementen daar eene
schuilplaats kwamen zoeken, anderdeels veroorzaakt werd doordat het
nog niet is mogen gelukken voor dit landschap een Europeesch
bestuurder te vinden, die daar lang kon blijven en goed vertrouwd
worden met de daar wonende menschen en hunne omstandigheden om
daarna hun wat leiding te geven en door een verstandig optreden
hunne medewerking te verkrijgen. Als het land eenmaal gemakkelijker
toegankelijk is gemaakt door de voltooiing van den daarheen in
aanleg zijnden weg zal het ook den assistent-resident mogelijk worden
zich meer dan thans persoonlijk met dit onderdeel van zijn ressort
te bemoeienen voorts zal het wenschelijk zijn daar een civiel gezag
hebber aan te stellen op den voet van Staatsblad 1908 No. 401,
evenals voor Koeala Simpang met goed gevolg heeft plaats gehad.
Van de Gajolanden vormt de zoogenaamde Meerstreek eene onder-
afdeeling der assistent-residentie Noordkust, terwijl het overig deel
vroeger met de Alaslanden en Singkel tot eene afzonderlijke afdeeling
Bambel vereenigd is geworden. Voor de bespreking worden echter
beide deelen hier duidelijkheidshalve achter elkaar behandeld. Het
is niet zoo eenvoudig van den toestand in de Meerstreek met weinig
woorden een beeld te geven dat niet te zwart gekleurd is en aan
den anderen kant de zaken ook niet te licht doet inzien. Het is er
nog verre vandaan dat overal in deze landen orde en rust zouden
heerschen of onze bestuursinvloed zich constant zoude doen gelden,
betgeen in de eerste plaats toe te schrijven is aan de enorme uitge
strektheid waarover de schaarsche bevolking verspreid is en de ont
zettende moeilijkheden welke het terrein aan het transport van personen
en goederen in den weg stelt. Er valt niet aan te üenken alle punten,
waarvoor dit wenschelijk ware, blijvend te bezetten; dit zoude zoowel
onze personeele als financiëele krachten verre te boven gaan en ook niet
in goede verhouding staan tot de onbeduidendheid van de meeste dier
plaatsen. Te Takengon aan den oever van het meer is een vaste
bezetting en woont ook de kapitein-civiele gezaghebber. Eenige in
den naasten omtrek gelegen gampongs kunnen van daar uit geregeld
1) Staatsblad 1910. No. 64.