728 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT medewerking kan geschieden van het hart, dat daarvoor in de eerste plaats geld, in de tweede plaats geld, en in de derde plaats geld noodig is. Zoolang de soldaat nog in dienst is, draagt de Staat zorg voor hem, en het belang, dat deze heeft bij het op betrekkelijk eenvoudige wijze verkrijgen van voldoende krachten voor leger en reserve, pleit voor het verleenen van faciliteiten bij het openstellen van vakscholen, het geven van onderwijs in de kazerne, het onderricht in inlandsche talen, enz. gedurende de laatste dienstjaren. Is de soldaat echter eenmaal uit dienst, dan houdt de staatsbemoeienis ook op. Zonder geld om gereed schappen aan te koopen, zonder raadgevers, zonder hulp staat hij dan op eens temidden van den hem zoo onbekenden strijd om het bestaan, en zal te gronde gaan, indien particuiliere hulp dan niet geeft, wat de Staat niet meer kan geven. Iu die eerste tijden beteekenen vakkennis weinig, goede wil en ijver niets, doch geld alles voor den beginneling Wil dus de geheele opleiding niet nutteloos zijn geweest, dan moet er ingegrepen en den werklustigen een voorschot verstrekt worden tot het aankoopen van gereedschappen, huisraad, enz., of, nog beter, die zaken moeten hem zoo billijk mogelijk verstrekt worden. Vervolgens heeft hij raad noodig voor het kiezen van eene woonplaats, inlichtingen betreffende plaatselijke arbeidsvoorwaarden, enz. In de derde plaats verwacht hij steun van de europeesche maatschappij, om in staat te zijn met vrucht te coneurreeren tegen de goedkoopere, doch insolider inlandsche en chineesche werkkrachten. Dit zijn dus de drie hoofdbeginselen der particuliere hulp Geld, Inlichtingen, Steun Het meest intensief kan die nagestreefd worden door eene vereeniging, welke de uitgebreidste toepassing dier drie beginselen in haar program ma schrijft. Het werk van zulk eene vereeniging tot steun van den gepaspor- teerden militair in de koloniën" kan dus zeer ruim genomen worden. In de eerste plaats verzamelt ze alle gegevens, welke den soldaat een beeld kunnen geven van de toekomst, die hem in een of ander beroep wacht. Toezending van allerlei inlichtingen door de leden uit alle hoe ken van den archipel geeft langzamerhand een zuiver overzicht van de behoefte aan europeesche werkkrachten in verschillende beroepen. Inlichtingen betreffende de mogelijkheid tot ontginning van woeste gronden, welke het best door de verschillende bestuurs-ambtenaren der bezittingen gegeven kunnen worden, sluiten zich hierbij aan aanvra gen van werkgevers in het landelijke of in andere bedrijven, waarbij Europeanen verlangd worden, zouden ook door die vereeniging behan deld kunnen worden. Dan komt de quaestie der te verstrekken voorschotten of te leveren artikelen, waarbij desnoods het gagement. als zekerheid kan gesteld worden voor eventueele fraude, terwijl de bemoeiingen van het bestuur zich nog zouden kunnen uitstrekken over de werklie den zelf. Wanneer dan voor het lidmaatschap der vereeniging propaganda wordt gemaakt op zeer ruime schaal, en ieder lid de moreele verplichting voelt om de gepasporteerden ook verder te steunen door zooveel mo gelijk van hunne werkkrachten gebruik te maken, wanneer andere

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 110