De Diensthond in Undië.
Het komt mij gewenscht voor aan het artikel „Honden"
in het Aprilnummer van het Indisch Militair Tijdschrift van
de hand van den majoor der Infanterie H. A. Kooy, eenige
beschouwingen en mededeelingen toe te voegen.
Hoewel verheugd te bemerken, dat steeds meer het groote
nut van den diensthond in Indië wordt ingezien, kon het
bovengenoemde artikel mij niet geheel bevredigen. Daarom
heb ik in het volgende getracht den lezer wat meer op de
hoogte te brengen van hetgeen men mijns inziens van de
hondenbeweging in Indië mag en kan verwachten, wat reeds
op dat gebied bereikt is (nog zeer weinig) en de middelen
welke tot een beter resultaat, dan tot dusverre bereikt, moe
ten leiden. Vooral echter stel ik mij ten doel het particuliere
initiatief op te wekkendaarvan in de eerste plaats moeten
wij het hebben. Er zijn onder ons officieren en onder andere
ambtenaren en particulieren toch hondenliefhebbers genoeg.
Waarom toch zijn er niet meer jonge officieren, vooral onge-
trouwden, die tijd in overvloed hebben, die de moeite van
een allereerste opvoeding en een eenvoudige dressuur aan
hun hond willen besteden? Dat is heusch geen heksenwerk
en ieder die er lust en ambitie in heeft en vooral liefde voor
den hond gevoelt, zal reeds bij de eerste pogingen vrij aardi
ge resultaten bereiken. Men mag natuurlijk niet verwachten
dat deze eersteling een ideaal politie-, ambulance- of patrouille
hond zal worden, maar ieder zal ruimschoots voor den opge-
ofterden tijd en bestede moeite beloond worden. Een welop
gevoede en eenigszins afgerichte hond is een dagelijksche
bron van genot voor den meester. Ook de particulier, wien
het slechts er om te doen is om één of meer fraaie luxe
honden te bezitten, mocht wel eens bedenken, dat hij zich
ontzettend veel onaangenaamheden kan besparen door reeds
vroegtijdig dagelijks een korten tijd aan de opvoeding van
den jongen hond te besteden.