Op een en ander kom ik later nog terug. Eerst wil ik nagaan wat wij van den militairen diensthond in Indië mogen en moeten vergen. Een volslagen politiehond behoeft het niet te zijn. De amateur-africhter zal wel veel genoegen kunnen beleven van oefeningen als: apporteeren, bewaken van voorwerpen, opzoeken van een voorwerp enz., maar voor ons doel is dat alles niet strikt noodig. Tot dusverre heeft men hier in Indië bijna uitsluitend be doeld, honden af te richten voor het bewaken van forten. (Ook op het oogenblik is dat bijna nog uitsluitend het doel.) Als voorbereiding om de tegenwoordige fokhonden al vast eenigs- zins af te richten en het personeel voor zijn latere taak beter geschikt te maken, kan ik me daarmede wel vereeni gen; echter mag men voor de praktijk van deze waakhonden zeker niet te groote verwachtingen koesteren Wat toch eischt men van één of meer waakhonden in een werk? In 't algemeen zal men zeggen, ze moeten spionnage voorkomen. De werkelijke bewaker is natuurlijk de met een revolver bewapende (en telefonisch verbonden) fortwachter, die in de onmiddellijke nabijheid van of in het werk woont. Wat kan er nu gebeuren als er werkelijk een ernstige poging tot spionnage wordt gedaan De indringer zal door de goed afgerichte zelfs z. g. stok- en schotvaste honden worden aan gevallen en aangeblaft. Natuurlijk zal de spion niet ongewa pend zijn. Heeft hij een revolver, wat hem voor zijn geheime plannen niet erg dienstig kan zijn, dan schiet hij de honden neer. Is hij van een blank wapen b. v. klewang voorzien, dan heeft hij, zoo de honden den aanval doorzetten, deze in korten tijd afgemaakt, daar één enkele hondenbeet niet oogen- blikkelijk buiten gevecht stelt en een hond nu eenmaal even min tegen revolverkogels als klewanghouwen gepantserd kan worden. Wat heeft men nu bereikt? Hoogstens dat een niet al te handig indringer, die geen bijtvrije arm- en beenkappen draagt, één of meer flinke wonden oploopt, dat de honden zoo goed als zeker sneuvelen en dat in 't gunstigste geval de fortwachter door het kortstondige voorafgegane geblaf, gewaarschuwd is. Zou men nu niet dezelfde, zelfs betere resultaten bereiken door bijvoorbeeld twee eerste de beste INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 745

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 129