is niet zoo moeilijk van den hond gedaan te krijgen, als het
wel lijkt. Indien men den hond, bij marschoefeningen, waar
bij hij vóór den troep moet loopen, steeds bij bochten enz., op Co.
doet afleggen, zal de hond spoedig leeren in dergelijke geval
len den troep in te wachten, totdat hij weer wordt vooruit
gezonden. Hierbij heeft de hond den troep ook te vrijwaren
voor 't vallen in hinderlagen.
Dit speurwerk kan ook zijn nut hebben om familieleden van
gezochte hoofden, welke men er van verdenkt heimelijke ge
meenschap met die hoofden te onderhouden, 's nachts met
behulp van den hond te volgen, indien men bemerkt, dat zij
op dit ongewone uur hunne woning verlaten hebben; op gelijke
wijze kan men handelen bij z. g, bevriende hoofden, die mis
schien met den vijand heulen; eveneens heeft men na een
plundering, mits tijdig door de bevolking gewaarschuwd, met
een goeden speurhond alle kans de schuilplaats te ontdekken;
volgens bevoegde personen zou alleen al de bekendheid met de
richting, waarin een gezocht hoofd verdwenen was, soms
weken- en maandenlang patrouilleeren en ondervraging uit
gespaard hebben. Zelfs zal bij het patrouilleeren in een terrein,
waarin men personen zoekt, zonder nog eenige voeling gehad
te hebben, de hond bij het toevallig stooten op een spoor, dit
direct teekenen en er de aandacht op vestigen. In een onbe
woond terrein kan dit ook zeer dikwijls gunstige resultaten
op leveren.
II. Marschveiligheidsdienst.
Het doorzoeken van schuilplaatsen, zooals kleine ravijnen,
dichte boschjes, struikgewas, bamboestoelen, slooten en spe
lonken; zelfs boomen, waartegen pas een persoon is opge
klommen worden spoedig door een goed geoefenden hond
aangewezen (vooral 's nachts van nut).
Bij 't passeeren van terreinhindernissen als ravijnen, rivie
ren enz. en bij 't beklimmen van heuvels kan de hond aan
de patrouille veel tijd en moeite besparen. Stuit een
patrouille bv. op een rivier, waarvan men niet zeker is of
de overkant onbezet is, dan zendt men den hond (op 't Co.
„over") naar den tegenovergelegen oever. Hier laat men
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT
733