het zelfde natuurlijk voor de spits van een grootere afdeeling. III Bewakingsdienst. Ook hierbij is de hond door zijn natuurlijken aanleg reeds, van veel nut. Vooral waar kleine patrouilles na dagen van groote inspanning 's nachts niet de noodige krachten voor bewaking kunnen afstaan, zal de hond onschatbare diensten kunnen bewijzen. Doch ook bij ingerichte bivaks zal hij voor de posten een niet te versmaden steun zijn. Vooral door bij de patrouille rondom 't bivak te worden gevoegd, zal hij veel tot de veiligheid van het bivak bijdragen. Wanneer men heeft gezien hoe een (niet nerveuse) goed afgerichte hond des nachts voorzichtig op een verdacht geluid aansluipt, zal men niet meer bang zijn, dat hij de wacht onnoodig (b. v. door den reuk van kleine roofdieren) zal alarmeeren. Indien de hond ook daarop mocht zijn afgericht, zal de eenmaal door hem ontdekte spion, niet licht meer kunnen ontsnappen. Een aardige en niet moeilijke oefening is den hond het bewaken van gevangenen te leeren. Zoolang de personen, waarop de hond wordt „ingesteld" rustig blijven liggen, ge beurt er niets, doch bij de minste poging tot vluchten, zit hij er boven op. Uit bovenstaande blijkt duidelijk welke groote voordeelen er met flinke diensthonden te bereiken zijn. Het spreekt wel vanzelf, dat men zich verloopig alleen met hoofdzaken bezig moet houden. Zoo zal de eene eigenaar zich 't meeste op het speurwerk, de andere weer meer op de marschveiligheids-of bewakingsdienst toeleggen. Heeft men succes met zijn hond(en) (dus heeft men zelf dresseursbloed in de aderen) dan kan men zijn viervoeter(s) nog allerlei andere zaken bijbrengen, waarvan men ook veel plezier kan hebben. Zoo kan een goe de „steller" het ontvluchten van verraderlijke gidsen onmogelijk maken, bij 't onderzoeken van woningen laten zien of er nog bewoners in zijn en zoo ja, in welken hoek ze zich ophouden bij 't ondervragen van een verdachten spion, zal zulk een hond dezen bij de minste verdachte beweging aanvliegen, enz. enz. Een flink apporteur kan gemakkelijk worden afgericht tot 756 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 140