Ziekendragers,
Wanneer het spook van den B. V. eenmaal een meer wer
kelijke gedaante aangenomen heeft, dan zullen wij, nog meer
dan nu reeds het geval is, tot de overtuiging komen, dat wij
in verschillende richtingen niet gereed zijn tot een waardige
ontvangst.
Eerst onder den tegenwoordigen Legercommandant wordt
b. v. de Intendance gedwongen tot practisch optreden (punt
5 Leidraad Manoeuvres). En de resultaten zijn voorloopig
van dien aard, dat wij, zoolang een zóó voornaam deel van
onze verdediging, als de legerverpleging, nog te wenschen
overlaat, niet dan met vrees een beschaafden tegenstander
kunnen afwachten.
Maar in den oorlog speelt een andere tak van dienst een
even voorname rol; zonder dat deze tot in de puntjes ge
organiseerd is, blijft de B. V. een schrikbeeld. Ik bedoel de
Militair Geneeskundige Dienst. (M. G. D.)
Moeten hier ook, gelijk elders, eerst lessen geput worden
uit de werkelijkheid Ik ben zoo vrij te beweren dat, als
het eenmaal zóóver komt, een ander de vruchten er wel van
zal plukken. Hebben wij de lessen niet voor het grijpen?
Zijn er geen stafofficieren naar Japan en den Boerenoorlog
geweest? En werd aan den laatste niet een ambulance toe
gevoegd met een officier van gezondheid van ons leger?
Moeten wij wellicht wachten op „een souvenir de Ban-
dong," in navolging van den noodkreet door Henri Dunant,
in 1862, geuit?
De M. G. D. in Engeland b. v. was treurig georganiseerd, tot
de ervaring in den Krim-oorlog verkregen, de publieke opinie
heeft wakker geschud, zoodat de hervorming van dat gedeelte
van het legerbeheer niet achterwege kon blijven. Om eens
cijfers te noemen. In het geneeskundig tijdschrift „The
Lancet" van Juni '77, werd gemeld, dat van de 401.000 strij
ders, in genoemden oorlog aan beide zijden omgekomen, er