PSSP^l Van Alles U>aL filet palrouillehonden de rimboe in. Let wel, patrouillehonden en geen politiehonden. Ik maak dit onder scheid, omdat ik voor de patrouillehonden eene verkorte africhting voldoende acht. Ik kreeg mijne honden, afstammelingen van een herdershond en in Indië geboren, op zeer jeugdigen leeftijd en richtte ze af volgens de methode Kessler, met weglating van datgene wat minder noodzakelijk is voor een patrouillehond. De voorbereidende dressuur is echter in zijn geheel noodig om den hond onder appèl te brengen en een ieder, die dat geprobeerd heeft zal wel met mij eens zijn, dat het in het geheel genomen een honden werk is. En toch, dengenen, die zich eene patrouillehond (politiehond) willen aanschaffen, raad ik aan zelf de africhting te leeren, wil men niet ge desillusioneerd worden en wat het ergste is den afgerichten hond bederven. Deze omstandigheid vormt direct een beletsel tot algemeene invoering, daar niet ieder de noodige tact en het noodige geduld heeft om met zijn hond te werken, ja leeken zijn zelfs zeer snel geneigd, den arbeid van den hond te verkleinen indien niet onmiddellijk succes wordt be reikt. Laat ik reeds dadelijk mededeelen, dat er tal van gevallen zullen zijn, dat men een hond niet kan gebruiken, doch ook evenveel gevallen, dat hij van het grootste nut kan zijn en vooral op het gebied van speuren. Ik geef direct toe, dat er soldaten zijn die op dat gebied veel pres toeren, doch even snel als een hond kunnen zij het niet en juist de snelheid kan het succes bevorderen. Hoe dikwijls is het niet voorgekomen dat men een post van den vijand zag wegloopen, men volgt zijn spoor en in het gunstigste geval vindt men de ladang, doch zijn de vogels gevlogen. Dit nu, zal met den hond beter gaan. Gebracht op de plaats, waar de kwaadwillige is weggeloopen, zal hij dit warme spoor gemakkelijk in de lucht uitwerken. Hoe dikwijls hoort en leest men ook niet, dat een gewonde wist te ontkomen; ook deze gelegenheid laat een hond niet ontsnappen. Eene voorname oefening is dus het speuren op achtergelaten lucht, 't geen tevens het moeilijkste is en waarbij veel afhangt van het initiatief van den hond. Een klewangaanval Ik voor mij ben overtuigd, dat de kansen van den vijand gering zijn. Een hond zal dikwijls falen, b. v. wanneer kwaadwilligen aloers volgen, in prauwen hun marsch voortzetten bij zwaar weer, enz. enz.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 177