810 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT De ervaring verkregen door de tijdelijke toevoeging van een officier van het Nederlandsch-Indische Leger aan Harer Majesteits Gezantschap te Tokio heeft de wenschelijkheid in het licht gesteld om deze toevoe ging te bestendigen en de tijdelijke detacheering te doen overgaan in een blijvende plaatsing van een attaché militaire van het Indische Leger bij de Nederlandsche Legatie in Japan. Deze offcier zal dan tevens kunnen worden toegevoegd aan Harer Majesteits Gezantschap te Peking. Ten behoeve van dezen maatregel zal de formatie van het Hoofd bureau van den Generalen Staf moeten worden uitgebreid met 1 kapi tein van dien staf op de voor den attaché militaire noodig geachte inkomsten ad f 1200. per maand. De bij het hoofcbureau van den Generalen staf ingedeelde stafoffi cieren zijn daar zoodanig met adjudantuurarbeid overladen, dat er geen gelegenheid bestaat om op voldoende wijze hun verdere ontwikkeling te bevorderen door stafoefeningsreizen, oefeningsritten, oefeningen op de kaart, voordrachten en bestudeering van alles wat betrekking heeft op defensie-aangelegenheden. In dezen ongewenschten toestand is belangrijke verbetering te bren gen door het daarheen te leiden, dat die officeren van adjointswerk wor den ontlast, waartoe de formatie van het hoofdbureau zal zijn uit te breiden met een officier van een der wapens. Met het oog op den omvang en den aard van bedoelde werkzaam heden is eenige ervaring in dergelijke zaken een bepaald vereischte en in verband hiermede wordt een functionaris met den rang van kapitein noodzakelijk geacht. Tegenover de voorgestelde uitbreiding van het hoofdbureau van den Generalen Staf staat eene gelijktijdige inkrimping van het personeel met een sergeant-majoorschrijver. De commies belast met de functiën van archivaris die nu tevens bureauwerkzaamheden meet verrichten wordt dan uitsluitend belast met archiefzaken, hetgeen wegens gebrek aan personeel tot nu toe niet mogelijk was. Door hieraan tegemoet te komen zal de hulp van den nu aan den archivaris toegevoegden sergeant-majoorschrijver kunnen worden ont beerd. Aan dezen maatregel is eene verhooging der jaarlijksche uitgaven van ruim f 5000. verbonden. Daar het in de bedoeling ligt om met gebruikmaking van 5a der Legerformatie voor deze in het leven te roepen officiersbetrekking aan het Departement van Oorlog een gepensionneerden kapitein in aan merking te brengen, zullen de uitgaven per jaar f 2000. minder bedragen. Onderafdeeling 126. De hoogere raming is voornamelijk het gevolg van de omstandigheid dat gerekend is op de kosten over een geheel jaar van de opnemingsbrigade, welke medio 1911 wordt opgericht. Onderafdeeling 131. De urgentie om te Tjimahi alwaar het garnizoen thans bestaat uit 2 bataljons infanterie, 1/2 eskadron cava lerie, 2 batterijen artillerie, 3 compagnieën genietroepen, de spoorweg-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 194