81G INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT De verantwoordelijkheid en de werkzaamheden van den eerstaan wezend Paardenarts te Salatiga zijn sedert diens aanwijzing tot Di recteur der te genoemder plaatse opgerichte hoefsmidschool niet onbe langrijk toegenomen. Het wordt daarom billijk geacht hem een toelage tot een bedrag ad f 40.'s maande toe te kennen in te gaan op het tijdstip waarop de hoefsmidschool is opgericht d. i. 1 Januaai 1909. In verband hiermede is wat het jaar 1912 betreft aan den voorge stelden maatregel eene uitgave van 1920.en over volgende jaren eene verhooging van het budget van f 480.verbonden. Onderafdeeling 134. Op het gebied van rookzwakbuskruit doen zich herhaaldelijk kwesties voor van ingrijpenden aard, zoowel met be trekking tot de gewone scheikundige wetenschap als tot de zoo diep gaande studiëu vereischende physische scheikunde. Ook zijn de beslissingen welke naar aanleiding van de adviezen van de Pyrotechnische werkplaats moeten worden genomen over verschil lende munitie-aangelegenheden, bijvoorbeeld het al of niet wegens gevaar als anderszins opruimen of afzonderen van groote dure partijen rook- zwakbuskruit, van groote geldelijke gevolgen voor den Lande. "Wegens een en ander ligt het voor de hand zich ten behoeve van de Pyrotechnische werkplaats de diensten te verzekeren van een op scheikundig gebied bekwaam vakman en dus te breken met de tot nog toe gevolgde methode, om de aan zulk een specialist te geven taak op te dragen aan artillerie officieren, wier opleiding uiteraard niet op de ten deze te stellen eischen is berekend en met het oog op de eigen lijke taak van die officieren ook niet kan zijn. Van de diensten van dezen technicus zal tevens partij kunnen worden getrokken ten behoeve van het Marine-etablissement te Soerabaja, Intusschen mag niet uit het oog worden verloren dat de nieuwe, in gewikkelde munitiën zeer belangrijk meer zorg vereischen dan vroeger toen alleen salpeter buskruit bekend was. Het gevolg hiervan is dat jaarlijks verschillende artillerie officieren van de troepen gedurende een reeks van weken onttrokken zijn aan den eigenlijken troependienst voor de zoogenaamde buskruitkeeringen. Komt nu de uitbreiding der Le- gerformatie met een burgerscheikundige tot stand, dan zullen de buskruit keeringen voortaan zijn op te dragen aan den officier waarmede anders de formatie zou kunnen worden ingekrompen. Zoo doende zullen de troepen officieren dan van die keeringen ontlast worden. Hieruit blijkt dat de door de indienststelling van eenen scheikundigen ambtenaar vrijkomende officier niet uit de formatie van het Leger kan worden gemist. Het traktement van den burgerscheikundige bij de Pyrotechnische werkplaats zal, aangenomen dat hij als scheikundige een academischen graad heeft behaald hetgeen een vereischte wordt geacht zijn te stellen op een minimum van 500.'s maands met vijf tweejaarlijk- sche verhoogingen van ƒ50.—tot een maximum van 750.— Aan de verwezenlijking van dezen maatregel zal alzoo eenjaarlijk- sche verhooging van het budget van ten minste f 6000.— en ten hoogste

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 200