Wurtembergsche, maar meer iu 't bijzonder de Thüringsche), den gladharigen Duitschen Pinscher eu zooals algemeen wordt aan genomen ook aan den Black-and-Tan Terrier.' Of de Duitsche Dog (de blauwe variëteit) en de Duitsche Staande er het hunne toe hebben bijgedragen, is een wel eens geopperde meening, die echter door de meeste Duitsche kynologen wordt verworpen. Wat de eigenschappen van den Dobermannpinscher aan gaat, ik voor mij geloof, dat ieder, die eenmaal een Dober- mann niet alleen heeft bezeten, maar ook behoorlijk onder appel heeft weten te brengen, hem steeds boven eiken an deren hond zal prefereeren. Het is een prachthond die zijn meester nooit verveelt met zenuwachtig geblaf en heen en weer gedraaisteeds is hij rustig, hoewel toch levendig, al tijd goed gehumeurd en vol aandacht voor de minste bewe gingen van zijn baas. Hij verliest dezen nooit uit het oog, volgt hem steeds op den voet, duldt niet dat deze wordt aan gevallen en is voor niets of niemand bang. Richard Strebel, de bekende Duitsche hondenschilder en kynoloog zegt in zijn prachtwerk „Die deutschen Hunde" o.a.„Seine Geistesanlagen sind hoch entwickelt, eine gewisse Scharfe ist ihm nicht abzusprechen. Er hat ungemein fein ausgesprochenen Wachsinn und ist als Haus- und Wachhund, der auch seinen Mann stellen kann, unersetzlich. Er ist aber auszerdem ein ausgezeichneter Begleithund, der unermüdlich hinter dem Wagen lauft, dabei eine grosze Geschwindigkeit zu entwickeln imstande ist." Reeds lang vóórdat de eigenlijke politiehondenbeweging be gon, werden de Dobermannpinschers in Thüringen reeds al gemeen „Gendarmenhunde" genoemd, daar de gendarmen geen anderen hond zóó goed voor hunne diensten wisten af te richten. Göller-Apolda zegt in zijn werk onder meerdere buitengewone prestaties van Dobermannpinschers, welke van een goed opgevatte en uitstekend uitgevoerde dressuur door één dezer gendarmen getuigen: „Vor kurzen hat mein Troll" sechs Vagabunden aus verschiedenen Strohhaufen herausge- holt und dieselben wie eine Herde Schafe vor sich her getrie- ben so bald auch nur einer einen Fehltritt tat, holte er ihn sofort wieder." 830 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 216