genover den mensch, kalmte, niet noodeloos blaffen en janken, gehoorzaamheid, trouw en gehechtheid aan en vertrouwen (vooral) in den meester en ten slotte een betere gespierdheid, kunnen bij een dergelijke fokmethode niet verkregen worden. Zij moeten van buiten af worden ingebracht en wel liefst door een ras, dat deze gewenschte eigenschappen in hooge mate bezit. Natuurlijk kan men onmogelijk met zekerheid vooruit zeg gen, wat het kruisingsproduct zal zijn. Echter zal men onge twijfeld slagen, wanneer er met twee werkelijke rassen op oordeelkundige wijze wordt gefokt. Een herhaaldelijke krui sing verdient geen aanbeveling; beter is een z. g. „Einkreu- zung" waarbij één der twee rassen als basis dient, terwijl de andere één- hoogstens tweemaal wordt gebezigd om eigen schappen in het ras te brengen, welke men gewenscht acht. Als basis neemt men dan natuurlijk dat ras, hetwelk de meeste der gewenschte eigenschappen bezit. Als het sterkste staaltje van een dergelijke „Einkreuzung" diene het volgende. Door een te ver doorgevoerde inteelt van den Engelschen windhond was men in Engeland het ideaal van snelheid wel is waar zeer nabij gekomen, doch had men tevens een zenuw achtig, voor koude en ziekten uiterst gevoelig ras gekregen, waarvan vele zeer waardevolle nesten te gronde gingen door gebrek aan weerstandsvermogen. Om nu dit euvel te onder vangen pleegde men „Einkreuzung" met.den Bulldog, waar mede men de schitterendste resultaten heeft bereikt. Men voere dus één- hoogstens tweemaal het vreemde ras toe en fokt met de beste kruisingsproducten meer door met de zui vere rashonden. Hierdoor ontstaat niet bepaald een nieuw ras, maar er wordt van dat ras een stam gevormd, die een nieuwe eigenschap er heeft bij gekregen, dns slechts in één of enkele opzichten van het oorspronkelijke ras afwijkt. Volgens de Bruce-Lowesche theorie, welke het eerst op renpaarden werd toegepast en welke tegenwoordig ook voor honden overal warm wordt aanbevolen, krijgt men bij de fok king de beste resultaten door een matige inteelt. Het ouder- wetsche, ingeroeste praatje, als zou inteelt uit den booze zijn, behoeft hier niet meer te worden bestreden, dat zou ons trouwens ook te ver voeren. Natuurlijk moet tegen overdrij- 836 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 222