en de Gouverneur Generaal, wier geldelijke aansprakelijkheid
zal worden geregeld bij de wet, regelende de finantiëele ver
antwoordelijkheid van de hoofden der Ministeriëele departe
menten, daaronder niet begrepen) die zij, zonder ter zake
Comptabel te zijn, door onrechtmatige handelingen of door
het nalaten van de zorg waartoe zij gehouden zijn, middel
lijk of onmiddellijk den lande toebrengen. Moet hier in de
eerste plaats gewezen worden op de minder gelukkige re
dactie, omdat men nimmer Comptabel—rekenpiichtigkan zijn
ter zake van schade, en zou het juister zijn geweest, wan
neer de formuleering in het hoofd der afdeeling ware gevolgd,
dus te spreken van „landsdienaren, die zonder dat zij als
Comptabelen kunnen worden aangesproken" etc; niettemin
heeft het tegenwoordig artikel 82 de verplichting tot ver
goeding van schade in beginsel uitgesproken.
Het opent de gelegenheid thans schuldigen te treffen, die
onder het oude artikel, in strijd met gezonde rechtsbegrip
pen en de beginselen neergelegd in de artikel 1365 en 1366
van het Burgerlijk wetboek voor N. I., gevrijwaard waren
tegen geldelijke aansprakelijkheid.
Van veel gewicht is het daarom de bedoeling van dit
artikel te kennen, waartoe de raadpleging der gewisselde
stukken in de Staten-Generaal onmisbaar is.
Zooals uit de memorie van antwoord van 22 Mei 1895
blijkt, is de oorspronkelijke in het wijzigingsontwerp van
1892 voorgedragen redactie gewijzigd, doch als zeker kan
worden aangenomen, dat de bedoeling van het eerste ont
werp onaangetast is gebleven.
Het ligt voor de hand, dat de landsdienaren, die den lan
de schade kunnen berokkenen, daarbij in drie categoriën zijn
verdeeld t. w
le. de ordonnateurs, wier aansprakelijkheid reeds in het
oorspronkelijk artikel was neergelegd;
2e. de Comptabelen, op grond van de Ye Afdeeling, He
Hoofdstuk der I. C. W. justiciabel aan de Algemeene Reken
kamer, en
3e. andere landsdienaren, omtrent wier aansprakelijkheid
de wet zweeg.
840
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT