Bij het Departement van Oorlog b.v. is de Commandant
van het Leger, de ordonnateur,— beschikker—doch deze zal
in den regel niet in de zaak betrokken zijn, evenmin
als één der Chefs van de Afdeelingen, dan wel de hoofd
officier, bij de Vde Afdeeling met het teekenen der ordonnan
tiën belast.
Daarentegen zullen of de Chef van het bureau, waar de
vorderingen etc. worden behandeld en de verevening wordt
voorbereid, of de ambtenaar dan wel schrijver met de verifi
catie der rekeningen belast, dan wel beiden, nalatig zijn
geweest en ter verantwoording moeten worden geroepen.
De regeling behoort alzoo de gelegenheid te geven om die
gene te treffen, aan wien met den meesten grond plichtver
zuim of nalatigheid kan worden ten laste gelegd.
Staat het derhalve vast, dat het besproken personeel onder
„andere landsdienaren" moet worden gerekend, en dus onder
het bepaalde bij artikel 82 valt, ook dient te worden gelet
op het antwoord der Regeering, waar zij o.a. te kennen geeft,
•dat er h.i. niets onbillijks in gelegen kon zijn om aan lands
dienaren, al zijn zij geen Comptabelen of ordonnateurs,
de verplichting tot schadevergoeding op te leggen, ingeval
zij den lande, tengevolge van plichtverzuim of onachtzaam
heid schade toebrengen.
Hier heeft de regeering dus meer in algemeenen zin de
landsdienaren, en niet meer bepaaldelijk de ordonnateurs,
Comptabelen of het ondergeschikte personeel op de bureaux
der ordonnateurs op het oog.
Al wordt het niet met ronde woorden gezegd, het schijnt
toch dat de Regeering hier het oog heeft gehad op een
ruimeren kring van landsdienaren, dan waaraan bij het ont
werpen van het nieuwe artikel, en het stellen der memorie
van toelichtingen, werd gedacht.
Bij de toepassing komt het er dus op aan op de bewoor
dingen van het wetsartikel zelf te letten.
In dat artikel is van beperking van eene bepaalde categorie
van landsdienaren hoegenaamd geen sprake.
Het omvat alle landsdienaren, zonder onderscheid, die den
■lande schade hebben toegebracht, hetzij door onrechtmatige
S42
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT