het geldswaardig bedrag der schade niet vrijwillig in 's lands
kas is gestort, bij een, met redenen omkleed besluitden
raad van N. I. gehoord —door den Landvoogd eene beslissing
genomen.
Die beslissing is zelfstandig en behoeft derhalve niet over
eenkomstig het advies van dien raad uit te vallen, hoe-
welde practijk zeer zeker zal uitwijzen, dat in den regel het
advies van den raad wordt gevolgd.
Ieders aandeel in de schade wordt daarbij vastgesteld,
wanneer er meer dan één landsdienaar bij de zaak betrokken
is. Naar welke beginselen wordt het aandeel voor ieder bepaald
(zie hiervoren).
Vindt de G. G. naar aanleiding van de verdediging geen
termeD aanwezig, dan blijft het opleggen van vergoeding
uit den aard der zaak achterwege.
Zij, aan wie vergoeding is opgelegd, kunnen binnen dertig
dagen na ontvangst in revisie komen bij de Kroon; dit wil
dus zeggen, dat van en met den dag, nadat het betrekkelijk
besluit op officieele wijze is uitgereikt, nog 29 dagen overblij
ven voor de samenstelling en aanbieding van eene verdediging
aan de Koningin.
Bevindt men zich in N.I. dan worde het verzoekschrift
binnen dien termijn aan den G.G. ingediend, en door diens
tusscbenkomst aan den Minister van Koloniën gezonden,
zullende zoolang door de Kroon geene beschikking is genomen,
het betrekkelijk besluit niet ten uitvoer worden gelegd, als
daarin niet uitdrukkelijk de voorloopige tenuitvoerlegging is
bevolen.
Op verzoeken om herziening na het verstrijken van den
gestelden termijn ingediend, zal afwijzend worden beschikt,
zelfs zonder onderzoek van de zaak zelve. Ten slotte heeft de
Koningin zich het recht voorbehouden om vergoedingsbeslui-
ten van den G.G. te herzien, ook al is het verzoek daartoe
niet, of niet tijdig, aangevraagd, zoo ook op beschikkingen
door het Opperbestuur genomen op besluiten van de Indische
Regeering, waarvan de herziening is verzocht wanneer later
mocht blijken, dat zij waren genomen op onjuiste gegevens
of voorstellingen van feiten.
846
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT