Zijn door bijzondere omstandigheden de belanghebbenden
niet in staat geweest het verzoek om revisie op tijd gereed te
hebben, dan kan een langer termijn worden toegestaan.
Die aanvraag om verlenging, of om een naderen termijn,
zal n.h.v. binnen dertig dagen moeten zijn geschied, evenals
dat b.v. bij den verjaringstermijn, bedoeld bij artikel 681 C.W.
bijblad 4599, moet plaats hebben.
Het Koninklijk besluit geeft daaromtrent geen nader licht.
Zijn de opgelegde vergoedingen betaald, of zijn de gelden
reeds voor de oplegging in 's landskas gestort, dan gaat van
rechtswege de vordering op de betrokken landsdienaren, zijne
erfgenamen enz. tot het gestorte bedrag over, welke het land
te dier zake, op grond van wettelijke of contractueele bepa
lingen tegen derden, heeft of mocht hebben verkregen.
De daarvoor noodige bewijsstukken zullen op verzoek door
den G.G-. aan belanghebbenden worden verstrekt.
Door deze bepaling wordt voorkomen, dat de Regeering niet
voor ieder speciaal geval wordt lastig gevallen, haar vorde
ringsrecht tegen derden aan den ambtenaar te cedeeren—artikel
613 B.W.—waarbij in twijfelachtige gevallen door den rechter
reeds zou behooren te zijn uitgemaakt of zij al dan niet een
vorderingsrecht tegen derden bezit.
Heeft de Regeering echter het bestaan van eene rechtsvor
dering van haar op derden ontkend, dan zal uit den aard dei-
zaak eerst de beslissing van den rechter moeten worden ingeroe
pen, daar slechts in het bevestigend geval de landsdienaar
in zijn eisch tot schadevergoeding ontvankelijk kan worden
verklaard.
Voorzichtigheid is hier een gebiedende eischwordt een pro
ces verloren, dan komen ook nog de kosten van het geding op
de debet-zijde van den landsdienaar.
Waar, zooals blijkens artikel 30 der Compagnies Instructie,
het land van zijn vorderingsrecht a priori heeft afgezien, zal
dat beginsel na de uitvaardiging van het Koninklijk besluit
niet meer gehandhaafd kunnen blijven, te meer omdat artikel
6 van het Koninklijk besluit geene uitzondering heeft opge
worpen.
De bepaling van artikel 30 komt mij dan ook voor, thans
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT
847