eene doode letter te zijn. De artikelen 7 en 8 geven aan, dat de afschriften der besluiten aan het hoofd de woorden voe rende „In naam der Koningin" en door den Algemeenen Secretaris onderteekend gelijke executoire kracht hebben als de grossen van vonnissen. De invordering van het verschuldigde zal bij voorkeur op de ten laste der Indische begrooting komende inkomsten der betrokken personen plaats hebben. Opdat de wetgevende macht wete, welke vergoedingen in gevolge artikel 82 zijn opgelegd, worden lijsten opgemaakt, met afschriften der betrekkelijke bescheiden en gevoegd bij de stukkeD der begrootingsrekening. Bij ieder geval wordt vermeld, of de vrijwillige betaling, öf de beslissing van den G.G. Zoolang de zaak nog niet is beslist wordt de stand telken male, d.i. ieder jaar, bekend gesteld, totdat zij is uitgemaakt. De aansprakelijkheid, voortvloeiende uit artikel 82, vervalt door verjaring, welke intreedt na een tijdsverloop van twee jaren, te rekenen van den dag, waarop de wet, houdende vaststelling van het slot van rekening, in het Staatsblad van Nederlandsch-Indië is afgekondigd. Hierdoor zijn de landsdienaren, vallende onder artikel 82 I. C. W., aanzienlijk bevoordeeld, en steekt daarbij schril af de aansprakelijkheid der comptabelen, bedoeld bij artikel 96 der wet. Eerstgenoemden kunnen thans rekenen van aansprakelijk heid ontslagen te zijn ongeveer na vijf jaren; voor laatstge noemden is omtrent de aansprakelijkheid zelfs geen verjarings termijn gesteld. Door een besluit, waarbij de vergoeding wordt opgelegd, is een rechtsvordering van den lande op den ambtenaar geboren, waarop, voor wat de verjaring betreft, de voorschriften van het burgerlijk wetboek van N.I van toepassing zijn. Hierbij zal men dus te letten hebben op de artikelen 1975 en 1967 van het B. W. en zulks in verband met den aard der opgelegde vergoeding. Kan omtrent den datum van inwerkingtreding van het meer besproken besluit, als zijnde thans van minder actueel 848 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 234