politiedienaren, etc. de procedure voor verschillende zaken voorshands kort, praktisch en eenvoudig, zij voorziet evenwel niet in ieder voorkomend geval, indien vergoedingen volgens de beginselen van artikel 82 moeten worden opgelegd, en zij stelt een te schrille tegenstelling tusschen de positie van 2en Luitenant en de daarop onmiddellijk volgende rangen van onderluitenant en adjudant onderofficier, aan welke ca- tegoriën van personen soms dezelfde werkzaamheden wor den opgedragen, waardoor het gewettigd is te besluiten, dat thans niet de aard van het feit oeslist over het te volgen proces, doch slechts het ambt, of de bediening door de betrok ken landsdienaren bekleed. Tot toelichting wordt daarom de aandacht gevestigd op de omstandigheid, dat de macht niet is aangewezen, die moet beslissen wanneer een onderofficier kwartiermeester in zijne betrekking van kwartiermeester van een garnizoen, van ad ministrateur van een hospitaal, of van officier van kleeding eene ordonnateurshandeling heeft verricht, waaruit schade voor den lande is voortgesproten, en vervolging volgens ar tikel 82 moet plaats hebben. Men denke hier slechts aan de uitbetaling van eene te hooge rekening, die overigens aan de eischen van artikel 85 der Instructie Algemeene Rekenkamer voldoet; aan eene on juiste verificatie van tiendaagsche aantooningen, waardoor de kwartiermeester uit nalatigheid te veel heeft betaald, enz. De Algemeene Rekenkamer heeft op hen geen vat, en dat college kan die comptabelen ordonnateur zelf niet vervolgen. Deze, en nog vele andere op te sommen voorbeelden, waarbij het nemen van eene juiste beslissing nu niet zoo eenvoudig is, of voor de hand ligt, eischen evenwel dat de regeling zoo spoedig mogelijk voor de mindere landsdienaren van marine en leger enz. wordt vervangen en bepalingen worden ingetrok ken, die bepaald indruischen tegen de in artikel 82 neerge legde beginselen. Men zie o. a. de artikelen 6, 30 en 54 der Compagnies In structie, en artikel 45 der R. M. B. bij het Departement van Oorlog en 11 van de bepalingen opgenomen in de Algemeene Order No. 18 van 1886. INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 851

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 237