„worden. We zijn er al heel wat op vooruitgegaan, dat we
„nu kunnen zeggen: Kijk, daar heb'je een territoriale macht,
„behoorlijk uitgerust met geschut, trein, benoodigdheden en
„staf, waaraan alleen nog ondervinding en een beetje oppoetsen
„ontbreekt.
„De Heer Haldane kan geen vuist maken, als hij geen hand
„heeft. Zelfs Napoleon kon geen leger formeeren zonder geld
„en mannen. Zoo heeft de Heer Haldane gedaan, wat hij kon
„in de gegeven omstandigheden. Maar we kunnen geen leger
„van soldaten hebben, zonder diensttijd en zonder betaling.
Het is de vloek der partij-politiek, die ons hindert en tegen
werkt. Indien het volk dit begreep, zou alles beter zijn.
„Maar het zal het nimmer begrijpen, zoolang de landsverdedi
ging een partij zaak ish-
We hebben hier het oordeel van een Engelsch schrijver,
die eenigszins vergoelijkend toch de vinger op de wonde plek
ken legt. De landsverdediging toevertrouwd aan de goedwil-
ligen, afhankelijk van de volksstemming, zonder eenige ze
kerheid dat men in de ure van het gevaar op een voldoend
aantal kan rekenen.
Daar haakt iets in de machine en als de heeren do oefenin
gen te zwaar vinden, doet zich dit dadelijk in den toevloed
van nieuwelingen voelen. Men kan geen soldaten maken in
ló—2i oefendagen per jaar, en hun de behandeling van het vuur
wapen of het paard grondig leeren. Wel de bewegingen en iets
van het uiterlijke. Maar dat, wat er vast in moet zitten als
de nood aan den man komt en het geen vacantiewerk meer
is, dat blijft hen vreemd. Eigenaardig, dat we onder de Terri-
torial-officieren unaniem den wensch hoorden: „we want uni
versal service".
Wij, Nederlanders hebben daarvoor geene opwekking noo-
dig, doch zijn tegenwoordig op een glibberig pad, want we
zijn bezig van het Militie-Leger iets te maken, dat al niet
heel veel beter zal worden, dan het Engelsche systeem. Al
die weerbaarheidsvereenigingen, vacantie-kampen, scouting-
boys, zelfs de Bond voor Lichamelijke Opvoeding, zijn uitwas-
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT
643
1) De cursiveering is van ons. K.