zeer aanzienlijk zijo, en gelet op de omstandigheid, dat men in het algemeen in Nederland weinig van legers moet heb ben, daar is- het duidelijk, dat men niet over één nacht ijs heengaat, wanneer het vermeerdering dier uitgaven betreft. Al zouden de belanghebbenden ook liever zien dat het vlug ger ging, ze moeren erkennen, dat er redenen zijn voor an deren om er slechts noodgedwongen toe over te gaan. De bevrediging der wenschen zal echter bespoedigd kun nen worden, wanneer in die andere takken van dienst, die met de onze op één lijn gesteld kunnen worden wat betreft de maatschappelijke positie hunner ambtenaren, de tracte- menten tengevolge van een steeds grooter wordend incom pleet, verhoogd worden. Want het inkomen moet verband houden met den maat- schappelijken stand der belanghebbenden en hiermede zal dan ook wel degelijk rekening gehouden worden. Wanneer wij ons dus niet weggooien, wanneer wij het juiste standpunt innemen tegenover de andere ambtenaren, dan kunnen wij gerust zijn, want dan zullen er voor ons geleidelijk ook betere tijden aanbreken dan zullen niet alleen onze activiteits-tractementen toenemen, maar ook de inkom sten tijdens ons verlof in Europa, ook onze daggelden, ons reizen op spoortreinen nader geregeld worden, enz. ten aanzien van welke zaken thans nog zulke groote ver schillen bestaan tusschen de militaire en civiele ambtenaren. Daarom nogmaals, kalm de zaken afgewacht, maar daarbij ons niet voor een paar guldens meer inkomen zonder verder bij de zaken na te denken geworpen in de armen van de Chefs van andere takken van dienst, onze oogen gebruikt, ten einde om ons heen te zien en de redenen te onderkennen, waarom men om ons vraagt; een einde gemaakt aan zeer verkeerde toestanden en medegewerkt om den officiersstand zoo hoog mogelijk te houden Dat men ons steeds blijve beschouwen als mannen van eer, die volkomen het recht bezitten tot de eerste standen te wor den gerekend. P. Q. R. 892 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 278