Hoe zouden zij die kennis dan moeten verkregen hebben?
Slechts door de voorlichting van den paardenarts bij enkele
gelegenheden, daar men door boekenstudie alleen zulks niet
bereikt. Een jong officier kan men in dit opzicht vrijwel
een leek noemen; hoe zal hij dan, daar zijn werkzaamheden
zulks niet medebrengen, het beoordeelen dier gebreken, het
geen voor ervaren practici soms nog moeilijkheden oplevert,
grondig leeren Het zal inderdaad een uitzondering zijn,
wanneer een remontenofficier die kennis verkrijgt; en de paar
denarts zal dan toch in dat opzicht zijn meerdere blijven.
Evenzoo zal de remontenofficier op zijn beurt op rijkunstig
gebied de meerdere blijven van den paardenarts. De Heer
Erzey meent den paardenarts zijn mindere rijkunstige kennis
te moeten verwijten. Wilde de paardenarts zich in die rich
ting tot het allerhoogste standpunt opwerken, dan zou hij
daarvoor denzelfden tijd beschikbaar moeten stellen als de
remontenofficier, wiens werk uit niets anders bestaat. Indien
de paardenarts zich echter zoover buiten zijn terrein zou
begeven, zou zulks meer nadeel dan voordeel opleveren.
Zijn eigenlijke werkzaamheden en zijn vakstudie zou hij
daarvoor moeten verwaarloozen, en een klasse jonge paarden
zal men hem toch niet ter africhting geven. En bovendien,
die rijkunstige bekwaamheid komt immers toch bij deze soort
van aankoop niet rechtstreeks te pas. Anders zou het ge
steld zijn bij de beoordeeling van volwassen paarden, doch
bij den aankoop van 3 a 4 jarige, in het wild opgegroeide paar
den, gaat immers ook de remontenofficier er niet bovenop
zitten. Hij moet zich eenvoudig tevreden stellen met de
dieren te bekijken, en te beoordeelen welke bijzonderheden
in den bouw voor africhting en rijkunstig gebruik al of niet
gunstig zijn.
Deze eischen zijn ook in hoofdzaak den paardenarts bekend
en het is ook mogelijk, dat deze, zich hierop bijzonder toe
leggende, het in die richting ver brengt. De voordeelen van
rijkunstige bekwaamheid nemen derhalve veel bescheidener
verhoudingen aan.
Kon de paardenarts in deze opzichten den remontenofficier
geheel evenaren, wel, dan zou hij alleen de paarden kunnen
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT
897