gaan aankoopen. Waartoe zou dan de reraontenoflicier nog moeten medegaan? De Heer Erzey vermeldt nog, dat het niet zoo heel lang is geleden, dat er een commissie naar Australië ging en op advies van den paardenarts paarden met korte kooten werden aangekocht. Hieruit blijkt m. i. alleen, dat, moge die paar denarts ook gedwaald hebben, zijn beide medecommissieleden het in elk geval niet beter wisten dan hij, daar zij anders hadden tegengestemd en dus den aankoop verhinderd. De commissieleden zullen, indien zij hun taak goed begrij pen, de meerdere bevoegdheid tot oordeelen van elk hunner op zijn speciaal gebied moeten erkennen, en bij het plegen van gezamenlijk overleg omtrent de aan te koopen dieren daarmee rekening houden. De stem van den paardenarts zal dan m. i. onmogelijk nadeeligen invloed kunnen hebben, doch integendeel van veel waarde kunnen zijn, ook waar het geen bepaalde ziekten geldt. Hij zal in de commissie niet alwetend kunnen zijn. Zijn mede-commissieleden zijn dat echter ook niet, zelfs niet, waar het alleen maar de rijkunstige bijzonderheden of de af richting betreft; in dat opzicht kan elk alleen maar volledig voor zijn eigen wapen oordeelen. De meest voortreffelijke re- montenofficier der cavalerie zal zich immers incompetent moeten verklaren, waar bet b.v. geldt uit te maken, welke bouw het gunstigst is voor draagpaard der artillerie, en bij welken vorm van rug de draagbok het minst drukkingen veroorzaakt of aan verplaatsing onderhevig is. Consequent blijvende zou de Heer Erzey dus ook moeten wenschen, dat den cavalerie officier-commissielid geen medezeggingschap werd toegekend bij den aankoop der paarden voor de artillerie, en omgekeerd. Doch terecht heeft men ingezien, dat het oordeel van een bekwam paardenkenner van een der bereden Wapens altijd ook waarde heeft bij den aankoop voor het andere be reden Wapen. En in nog sterkere mate geldt, blijkens het bovenstaande, de wenschelijkheid ook den paardenarts daar bij mede te doen beslissen. J. van Slooten, Militair Paardenarts le klasse. 8i>8 INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 284