Iodië zijn ze niet noodig, doch we zouden wel veel hebben aan de gewone reserve, anders natuurlijk dan de bestaande, wier waarde nooit daadwerkelijk beproefd is !j. Iets van het Territorial systeem over te nemen is een stap terug. Er bestaat bij ons al een soort weerplicht, die verscholen ligt in de schutterijen. Deze wat te moderniseeren en er een landweer van te maken zou ons al een heel eind op weg brengen, terwijl, wat betreft de Inlanders, begonnen zou kunnen worden met militaire geoefendheid en reserveplicht te eischen. Dus niet alleen van het Leger een doorgang maken tot tal van staatsbetrekkingen, maar eene reserveverbintenis te eischen van eenige jaren. Dit stelsel slechts zoolang te hou den tot de tijd daar is om militieplicht in te voeren voor de geheele bevolking van onze belangrijkste vestigingen. Ook in Engeland wordt veel waarde gehecht aan het Zwit- sersche stelsel, zij het ook gewijzigd. Men wil daar ver plichte militaire vooroefeningen op alle scholen, ook op de kostscholen tot 16 jarigen leeftijd. Dan militieplicht van af het 18e jaar en gedurende 21 jaar. Eerste jaar Inf. 45 dagen, Cavalerie 80 dagen, Artillerie 65 dagen africhten, daarna elk jaar of om het andere jaar een korten tijd herhalingsoefeningen. Verder voor buitenlandschen dienst het staande leger op de gewone bepalingen behouden, maar aan de gewone voordee- len, als verhoogde soldij en pensioenen nog voegen onder steunde landverhuizingom militaire kolonies te vormen langs of bij bedreigde punten van geoefende soldaten, die zich ver binden le. voor een zeker aantal jaren in de gewapende macht te dienen, ingeval van nood of bij oproeping; 2e. zich jaarlijks zelf te oefenen onder hun eigen kader; 3e. de kinderen als zij 18 jaren zijn ook weerbaar te ma ken, zoodat zij in geval van nood kunnen meehelpen. Daarvoor zouden zij dan landen krijgen en verschillende hulpmiddelen. Laat ik erbij zeggeu, dat ze nog niet bestaan. Alleen in Rusland komen onder de kozakkeu dergelijke ko lonies voor, „attamens" geheeten. 646 INDISCH MLITAIR TIJDSCHRIFT 1) Wat geeft trouwens eene reserve van 361 Europeanen, 1 Amboinees en 14 Inlanders.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 28