INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT 907 Om in den oorlog met een buitenlandschen vijand een geregelde verbinding tusschen de verschillende organen der bevelvoering te kun nen onderhouden is het beslist noodig te kunnen beschikken over het noodige personeel voor de bediening van telegraaf en telefoon, c. q. van optische seintoestellen. Het thans in oorlogstijd bij het Leger ingedeeld technisch personeel is niet talrijk genoeg om in de behoefte te voorzien; om den gere- gelden gang van den dienst in oorlogstijd niet in gevaar te brengen, zullen (met inbegrip van 21 °/0 aan mobilisatie verlies), in totaal 110 telegrafisten benoodigd zijn. Het wordt echter niet noodig geacht om de formatie van de Tele- graafafdeeling tot dit aantal telegrafisten uit te breiden, daar gedeeltelijk aan de behoefte zal kunnen worden tegemoet gekomen, door de op richting van een korps reserve-telegrafisten op Java. De formatie van het korps reserve-telegrafisten zal dan 54 en die der telegrafisten van de telegraafafdeeling 56 man moeten tellen. Alhoewel er tusschen de werkzaamheden der gegradueerden en ongegradueerden geen essentieel verschil bestaat moet er met het oog op de mate van ontwikkeling, welke aan telegrafisten als eisch is te stellen, ook een behoorlijke kans op promotie bestaan. In verband hiermede moet gerekend worden op de volgendeformatie van het korps reserve-telegrafisten 14 sergeant-telegrafisten, 14 korporaal telegrafisten en 26 geniesoldaat le klasse-telegrafisten. Het benoodigd personeel kan in oorlogstjd zonder bezwaar uit den Gouvernements Post-, Telegraaf- en Telefoondienst worden betrokken. Daartoe zal de gelegenheid worden geopend om voor den tjd van 6 jaar een (eerste) verbintenis als reservetelegrafist aan te gaan, des- gewenscht gevolgd door nadere verbintenissen van 2, 4 of 6 jaar, die gedurende het loopend verband aanspraak geeft op een toela ge van 100.per jaar voor een sergeant-telegrafist, 75.per jaar voor een korporaal-telegrafist, f 50.per jaar voor een soldaat telegrafist. De reserve-telegrafist brengt gedurende het le verband hoogstens 110 dagen onder de wapenen door, welke verplichting wordt vervuld door een eersten opleidingstjd van 90 dagen en verder door herhalings oefeningen om de 2 jaren telkens gedurende 10 dagen. Tijdens do oefeningen behouden de reserve-telegrafisten, die in een gouvernementsbetrekking werkzaam zjn aanspraak op het hun in die betrekking toekomende traktement, terwijl zij bovendien worden betaald, gevoed en gehuisvest als de militairen van hunnen rang bj het korps genietroepen. Zooals hierboven opgemerkt, wordt het noodig geacht de sterkte van de telegraaf-afdeeling op 56 man te brengen n. 1. 14 onderofficieren, 14 korporaals en 28 geniesoldaten le klasse. Voor de opleiding en oefening van dit personeel en het reserve- personeel zullen twee instructeurs meer dan thans moeten worden aangewezen. Wenscheljk is het een der instructeurs den rang van onderluitenant

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1911 | | pagina 293