910
INDISCH MILITAIR TIJDSCHRIFT
ƒ171.000.—geven, terwijl de onder sub 2 bedoelde cursus eene jaar-
li)ksclie uitgave van f 10.000.— zal vergen (zie onderafdeeling 1646).
In verband met het voorgenomen tijdstip van opheffing van het
pupillenkorps medio 1912 zal op deze onderafdeeling ter zake kun
nen worden volstaan met de helft van het oorspronkelijk voor genoemd
jaar geraamd bedrag van 130.000.
Onderafdeeling 164a. Zooals hieronder zal blijken voldoet ook
in verband met den tragen gang der promotie do regeling der bezoldi
gingen van het Nederlandsch-lndisch Leger met den rang van kapi
tein, uitgezonderd de officieren van gezondheid der le klasse niet
meer aan de in billijkheid te stellen eischen.
Bedroeg sedert 1 Januari 1906 het aanvangstraktement voor het
meerendeel der kapiteins 400.met welke som in het algemeen
kan en nog kan worden volstaan, onvoldoende is de regeling die ge
durende de 8 jaren welke de officieren in dan kapiteins rang door
brengen slechts eene verhooging van traktement ad 50,—toestaat,
in te gaan met het tijdstip waarop zij tot de oudste helft hunner rang-
genooten gaan behooren
Gelet op den zooveel hooger geworden levensstandaard en de booge
bedrageu we ke aan belastingen moeten worden betaald, nemen voor
hen, die gehuwd en daarbij in het bezit van eenige kinderen zijn, de
behoeften van het gezin in vorenbedoelde 8 jaren zoozeer toe, dat de
traktementsvermeerdering niet alleen meer moet bedragen dan f 50
maar ook meer evenredig over dien tijd moet worden verdeeld.
De kapitein die met een aanvangstraktement van f 400.begint
heeft tijdens de 8 jaren, gedurende welke het meerendeel dien rang
bekleedt, eene verhooging noodig van 150. 's maands en die verhoo
ging mag niet, zooals thans het geval is in eens worden gegeven en
afhankelijk zijn van wisselvallige promotie kansen maar zij moet ge
leidelijk, naarmate dc diensttijd vordert worden toegekend.
Een en ander wordt bereikt door opname onder de oudste helft uit
te schakelen en hiervoor het stelsel van periodieke traktementsverhoo-
gingen in te voeren, welke verhoogingen dan zouden zijn toe te ken
nen na 17 jaren en 20 jaren dienst als officier en wel telkens ten
hedrage van 75.—'s maands.
Nochtans is het niet met de billijkheid overeen te brengen om het
aanvangssalaris voor alle categorieën van kapiteins op f 400.te stellen.
De positie van officier bij den Generalen Staf toch is alleen te ver
krijgen ten koste van vele geldelijke opofferingen.
Kunnen die officieren geen voldoende voordeelen genieten van een
plaatsing bij voormelden staf dan zullen vele goede elementen onder
de kapiteins vanzelf er op bedacht zijn om hunne financieele positie te
verbeteren, door instede van eene plaatsing bij dien staf te zoeken,
te trachten te velde of elders in speciale goed gesalarieerde betrek
kingen te worden geplaatst.
Dit in aanmerking nemende kan het niet anders dan billijk heeten
dat de stafofficieren voor de veel hoogere eischen welke als zoodanig
aan hen worden gesteld financieel worden bevoorrecht.
De regeling voor de kapiteins van den generalen staf en den adjn-